ASTMA KATERN

Behandeling op maat voor kinderen met ernstig astma

NTvAAKI - jaargang 20, nummer 3, augustus 2020

dr. S.J.H. Vijverberg , drs. Niels Rutjes

SAMENVATTING

Ernstig astma op kinderleeftijd heeft een grote impact op het leven van patiënten en hun familieleden. Recentelijk zijn verschillende nieuwe geneesmiddelen (biologicals) beschikbaar gekomen voor kinderen met ernstig astma. Deze (dure) geneesmiddelen grijpen specifiek aan op onderliggende inflammatoire processen. Dit opent de deur voor behandeling op maat, waarbij het type inflammatie sturend zou kunnen zijn voor het type behandeling dat een patiënt nodig heeft. In dit artikel wordt verder ingegaan op de mogelijke kansen en belemmeringen voor het toepassen van behandeling op maat bij kinderen met ernstig astma.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:97-103)

Lees verder

Overgevoeligheidsreactie op NSAID’s – protocol voor de toepassing van classificatie, diagnostiek en behandeling

NTvAAKI - jaargang 20, nummer 3, augustus 2020

dr. S. Spindler , dr. H. de Groot

SAMENVATTING

Overgevoeligheidsreacties op niet-steroïde-antiinflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) zijn inmiddels de meest voorkomende vorm van overgevoeligheidsreacties op geneesmiddelen. Ze komen zowel bij kinderen als volwassenen voor en leiden meestal tot milde klachten (met alleen huidverschijnselen zoals urticaria). Hiernaast kunnen overgevoeligheidsreacties ernstig verlopen en uitmonden in anafylaxie of ernstige cutane medicatiebijwerkingen (‘severe cutaneous adverse drug reactions’, SCAR). Er wordt onderscheid gemaakt tussen 2 groepen reacties: overgevoeligheidsreacties op meerdere NSAID’s, die chemisch niet op elkaar lijken (kruisreactieve NSAID-overgevoeligheidsreactie) en reacties op één bepaalde NSAID of NSAID’s uit dezelfde chemische groep (selectieve NSAID-overgevoeligheidsreactie). Het is belangrijk om de overgevoeligheidsreactie goed te classificeren omdat de adviezen voor toekomstig NSAID-gebruik verschillen. Indien de anamnese niet afdoende is, kan aanvullende diagnostiek in de vorm van provocaties noodzakelijk zijn.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:104-11)

Lees verder

Niet-farmacologische interventies in obesitas en astma

NTvAAKI - jaargang 20, nummer 2, mei 2020

drs. Y. Türk , dr. G.J. Braunstahl

SAMENVATTING

Obesitas is niet alleen geassocieerd met een verhoogde kans op het ontwikkelen van astma, maar ook met ongecontroleerde astma. Binnen de groep van obese patiënten met astma zijn twee fenotypes te onderscheiden; namelijk het ‘early onset en Th2-high’ fenotype (obesitas compliceert preëxistent astma) en het ‘late onset, Th2-low’ fenotype (obesitasgerelateerde astma). In het eerste fenotype kan gewichtsverlies bijdragen aan het bereiken van astmacontrole, in het tweede fenotype vormt gewichtsverlies echter de hoeksteen van behandeling. In dit overzichtsartikel wordt ingegaan op de behandeling van obese astmapatiënten waarbij de verschillende interventiemogelijkheden voor gewichtsverlies aan bod komen. Zowel medicamenteuze opties als het effect van dieet- en beweeginterventies, gedragstherapie en bariatrische chirurgie worden beschreven aan de hand van de huidige literatuur.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:58-63)

Lees verder

De RAGE-receptor, een sleutelmolecuul in de pathofysiologie van obstructieve longziekten

NTvAAKI - jaargang 20, nummer 1, februari 2020

dr. S.D. Pouwels , dr. N.H.T. ten Hacken

SAMENVATTING

De obstructieve longziekten astma en COPD zijn samen goed voor ruim een miljoen patiënten in Nederland. Veel patiënten overlijden aan de gevolgen van een obstructieve longziekte en de medicatiemogelijkheden zijn beperkt. Het is daarom van groot belang dat de onderliggende biologische processen opgehelderd worden, met als doel deze longziekten beter te begrijpen en aangrijpingspunten voor nieuwe behandelingen te ontdekken. In dit overzichtsartikel wordt de rol van de receptor beschreven voor geavanceerde glycatie-eindproducten (RAGE) in astma en COPD. De afgelopen jaren is in verschillende studies aangetoond dat deze receptor een sleutelrol speelt in de pathogenese van obstructieve longziektes. In dit artikel wordt de mogelijkheid onderzocht om RAGE te gebruiken als therapeutisch doelwit of biomarker voor obstructieve longziekten.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:19-23)

Lees verder

Astma en zwangerschap: een update van de huidige inzichten

NTvAAKI - jaargang 19, nummer 4, november 2019

drs. K.A.B. Eger , drs. S. van Loon-Kooij , drs. J.A.J.M. van Exsel , drs. S.A. van Nederveen-Bendien

SAMENVATTING

Astma is de meest voorkomende chronische longaandoening tijdens zwangerschap. Tussen astma en zwangerschap is sprake van een complexe interactie waarbij meerdere factoren een rol spelen, zoals fysiologische en immunologische veranderingen. Als gevolg hiervan kan de mate van astmacontrole veranderen gedurende de zwangerschap. Ongecontroleerd astma en astmaexacerbaties zijn geassocieerd met zwangerschapscomplicaties bij zowel moeder als kind. Voor de uitkomst van de zwangerschap wegen, volgens de huidige inzichten, de potentiële negatieve effecten van astmamedicatie tijdens de zwangerschap niet op tegen het belang van goede astmacontrole. Om astmacontrole te optimaliseren wordt aanbevolen om zwangere astmapatiënten tijdens de zwangerschap frequenter te monitoren en aandacht te besteden aan educatie.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2019;19:131-37)

Lees verder

Voorzetkamers zijn niet een-op-een uitwisselbaar

NTvAAKI - jaargang 19, nummer 3, augustus 2019

Prof. dr. P.N.R. Dekhuijzen , prof. dr. W.M.C. van Aalderen , dr. R.M.M. Kievits , drs. J. Kooistra , P. Hagedoorn , dr. J.F.M. van Boven

SAMENVATTING

Met alle vormen van inhalatoren, ook met voorzetkamers, gebruikt ter behandeling van astma en chronisch obstructief longlijden worden veel fouten gemaakt die een optimale depositie van geneesmiddelen in de longen reduceren. Zorgverleners moeten zich daarbij realiseren dat met de komst van diverse nieuwe voorzetkamers, deze niet eenop-een uitwisselbaar zijn. Er zijn verschillen in de beschikbare dosis die ter beschikking is voor de patiënt, de deeltjesgrootteverdeling, de weerstand van de inspiratieklep en de voorschriften met betrekking tot schoonmaak en onderhoud. Zorgverleners en patiënten moeten hierover goed gewaarschuwd en geïnformeerd zijn en blijven.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2019;19: 90-4)

Lees verder

Chronisch hoesten, hoe kan ik u helpen?

NTvAAKI - jaargang 19, nummer 2, mei 2019

dr. J. de Kluijver

SAMENVATTING

Wereldwijd heeft ongeveer 10% van de mensen last van chronisch hoesten. Chronisch hoesten wordt gedefinieerd als meer dan 2 maanden dagelijks hoesten. Chronisch hoesten heeft lichamelijke, psychische en sociale gevolgen. De impact op iemands leven mag niet worden onderschat. Ondanks een consciëntieuze aanpak en behandeling volgens internationale richtlijnen blijft een deel van de patiënten onverklaard chronisch hoesten. Hopelijk komt er hiervoor in de nabije toekomst specifieke anti-hoestmedicatie met bewezen effectiviteit en veiligheid beschikbaar. Dit overzicht beschrijft de onderliggende concepten van chronisch hoesten zoals ‘cough hypersensitivity syndrome’ en ‘laryngeal hypersensitivity’, evenals de aanpak en behandeling van chronisch hoesten.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2019;19:49-54)

Lees verder