HUIDZIEKTEN

Langetermijnveiligheidsanalyse van abrocitinib bij matig tot ernstig constitutioneel eczeem

NTvAAKI - eaaci congresnieuws, nummer Special, september 2024

No authors

Abrocitinib is een orale selectieve JAK1-inhibitor en is goedgekeurd voor de behandeling van volwassenen en adolescente patiënten met matig tot ernstig constitutioneel eczeem (CE), ook bekend als atopische dermatitis. Fase III-studies hebben aangetoond dat abrocitinib monotherapie of combinatietherapie met topicale middelen effectief is en goed verdragen wordt door de patiënten. Tijdens EAACI 2024 presenteerde prof. dr. Jan Gutermuth (UZ Brussel, België) de resultaten van een analyse waarmee de veiligheid van abrocitinib op lange termijn werd onderzocht.1

Lees verder

Gunstige behandeleffecten van dupilumab bij jonge kinderen met ernstig atopisch eczeem

NTvAAKI - eaaci congresnieuws, nummer Special, september 2023

dr. Andreas Pinter

Vanwege bijwerkingen is langdurig gebruik van glucocorticoïden en immunosuppressiva beperkt bij jonge kinderen met matig tot ernstig atopisch eczeem. Eerder toonde de LIBERTY AD PRESCHOOL-studie dat behandeling met dupilumab werkzaam en veilig is bij deze patiënten.1 Tijdens EAACI 2023 werden door dr. Andreas Pinter (Goethe-University Frankfurt am Main, Duitsland) de resultaten van deze internationale, gerandomiseerde, placebogecontroleerde fase III-studie gepresenteerd voor de subgroep van patiënten met ernstig eczeem.2

Lees verder

Impact van atopie op de respons bij omalizumabbehandeling voor chronische spontane urticaria

NTvAAKI - eaaci congresnieuws, nummer Special, september 2023

Leonor Esteves Caldeira

Kinderen met astma vertonen een betere respons op behandeling met omalizumab wanneer ze sensitisatie vertonen tegen meerdere aeroallergenen.1 De aanwezigheid van meer allergische inflammatie lijkt daarmee de kans op een succesvolle omalizumab-behandeling te vergroten.1 Tot nu toe is nog weinig bekend over de mogelijke impact van een sensitisatie tegen aeroallergenen op de respons bij een behandeling van chronische spontane urticaria (CSU) met omalizumab. In een studie van Leonor Esteves Caldeira (Hospital de Santa Maria, Lissabon, Portugal) werd onderzocht wat deze impact was bij patiënten die in een Portugese UCARE werden behandeld.2 De resultaten werden tijdens EAACI 2023 gedeeld.

Lees verder

Volgorde symptoomverbetering onderzocht bij kinderen met ernstig atopisch eczeem die behandeld worden met dupilumab

NTvAAKI - eaaci congresnieuws, nummer Special, september 2023

dr. Andreas Pinter

In het verleden hebben de LIBERTY AD PRESCHOOL-, LIBERTY AD PEDS- en LIBERTY AD PED-OLE-studies laten zien dat behandeling met de biological dupilumab leidt tot een verbetering van symptomen bij kinderen van 6 maanden tot 17 jaar met matig tot ernstig atopisch eczeem.1–3 Het is echter niet geheel duidelijk in welke volgorde verschillende symptomen verbeteren. Dit werd onderzocht middels een chronologische analyse van gegevens uit de 3 eerdergenoemde fase III-studies, waarvan de resultaten werden gepresenteerd tijdens EAACI 2023 door dr. Andreas Pinter (Goethe-University Frankfurt am Main, Duitsland).4

Lees verder

DruSO-CU UCARE: geneesmiddeloverleving van omalizumab bij chronische urticaria onderzocht

NTvAAKI - eaaci congresnieuws, nummer Special, september 2023

Reineke Soegiharto

In 2014 werd de EMA-registratie van het monoklonale anti-IgE-antilichaam omalizumab uitgebreid met de indicatie chronische urticaria (CU) op basis van drie gerandomiseerde, dubbelblinde fase III-studies: ASTERIA I, ASTERIA II en GLACIAL.1 CU is een veelvoorkomende vorm van dermatose, met een prevalentie van 0,5–1%.2 Omalizumab is nog steeds een belangrijke behandeloptie voor deze patiëntengroep, maar tot dusver ontbrak het aan ‘real-life’-data over omalizumabbehandeling bij CU. Tijdens het EAACI 2023-congres werden door Reineke Soegiharto (UMC Utrecht) de resultaten gepresenteerd van de DruSO-CU UCARE-studie. In dit onderzoek werden data van het CU-cohort uit de UCARE-studie geanalyseerd, om zo de langetermijneffecten van omalizumabbehandeling bij CU-patiënten te bepalen in de dagelijkse praktijk.3

Lees verder