
Voor het eerst sinds de opkomst van elektronische sigaretten toont onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek een daling van het vapegebruik onder Nederlandse jongvolwassenen. In 2024 gaf 9 procent van de 18- tot 25-jarigen aan weleens te vapen, een afname ten opzichte van 13 procent in 2023. Tieners vapen daarentegen juist meer. De bevindingen komen uit de Landelijke Jeugdmonitor, gebaseerd op de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van CBS, RIVM en Trimbos-instituut.
Van alle jongvolwassenen die vapen, combineert meer dan de helft dit met traditionele tabaksproducten. Vijf procent van de 18- tot 25-jarigen rookt én vapet weleens, terwijl vier procent alleen vapet. In totaal gebruikt 27 procent van deze leeftijdsgroep weleens nicotineproducten: 19 procent rookt uitsluitend, vijf procent combineert beide vormen en vier procent vapet alleen.
Het aandeel rokers en vapers onder jongvolwassenen ligt substantieel hoger dan in de algemene volwassen bevolking. Waar 19,6 procent van alle volwassenen rookt of vapet, is dit percentage 27,3 procent onder 18- tot 25-jarigen.
De daling van het aantal vapende jongvolwassenen markeert een trendbreuk na jaren van stijging. Tussen 2021 en 2023 verdrievoudigde het vapengebruik onder jongvolwassenen van twee naar 13 procent. Tegelijkertijd daalde het traditionele roken in deze periode van 27,6 naar 25,8 procent, om verder af te nemen naar 23,7 procent in 2024. De timing van de daling valt samen met de invoering van het officiële verbod op de verkoop van vapes met smaakjes per 1 januari 2024, bedoeld om vapen minder aantrekkelijk te maken voor jongeren. Maar het kan niet vastgesteld worden of de afname in het aantal vapers aan dit verbod toe te schrijven is.
Significant meer mannen dan vrouwen in de leeftijdsgroep 18-25 jaar roken traditionele sigaretten. Van de jongvolwassen mannen rookt 28,5 procent weleens, tegenover 18,9 procent van de vrouwen. Bij vapengebruik bestaat dit verschil niet: 8,7 procent van de mannen en 8,4 procent van de vrouwen vapet weleens.
Intussen constateert het Trimbos Instituut wel dat tieners meer zijn gaan vapen. Rum één op de vijf 15- en 16-jarige Nederlandse scholieren (22%) vapete in april 2025, en 8% deed dit dagelijks. In 2019 ging het nog maar om 9% van de jongeren die in de afgelopen maand gevaped hadden. Daarnaast zien onderzoekers dat veel scholieren roken én vapen. Geschat wordt dat ongeveer 70 procent van de vapende jongeren ook traditionele sigaretten gebruikt, wat resulteert in een netto stijging van het rokende jongeren voor het eerst in tien jaar. Het hoge percentage gecombineerd gebruik wijst erop dat vapes niet fungeren als vervanging voor traditionele sigaretten, maar vaak als aanvulling.
Is vapen ongezond? E-sigaretten bevatten schadelijke stoffen zoals nicotine, propyleenglycol en metalen, waarbij de exacte samenstelling vaak onbekend is. Recent onderzoek toont aan dat vapegebruik gepaard gaat met DNA-schade in mondslijmvliezen, hartproblemen en verminderde hart- en longconditie bij jongeren. Daarnaast zijn in 2024 zeker 14 kinderen opgenomen in Nederlandse ziekenhuizen met ernstige aandoeningen als gevolg van vapegebruik. Vapen kan leiden tot luchtwegirritatie, hartkloppingen, kankerrisico en de nieuwe longziekte EVALI (E-cigarette or vaping use-associated lung injury), een longziekte die zich kenmerkt door hoesten, kortademigheid, borstpijn, misselijkheid en koorts en die kan resulteren in ernstige longschade. Hoewel niet direct schadelijk bij incidenteel gebruik, is verslaving mogelijk door hoge nicotineconcentraties.
Recent onderzoek toont aan dat vapegebruik gepaard gaat met DNA-schade in mondslijmvliezen, hartproblemen en verminderde hart- en longconditie bij jongeren. Daarnaast zijn in 2024 zeker 14 kinderen opgenomen in Nederlandse ziekenhuizen met ernstige aandoeningen als gevolg van vapegebruik.
Het onderzoek kent methodologische beperkingen. De exacte omvang van de onderzoeksgroep jongvolwassenen binnen de totale steekproef is niet bekend, wat de precisie van de schattingen kan beïnvloeden. Bovendien gaat het om zelf-gerapporteerd gedrag, wat onderhevig kan zijn aan sociaal wenselijke antwoorden. De follow-up periode van één jaar na invoering van het smaakjesverbod is bovendien te kort om definitieve conclusies te trekken over de causaliteit tussen beleidsmaatregelen en gedragsverandering. Handhavingsproblemen van het smaakjesverbod kunnen de effectiviteit verder beperken.
Referenties
Persbericht CBS
Persbericht Trimbos instituut