
Patiënten met seizoensgebonden allergische rinitis beschikken over een beperkt aantal behandelmogelijkheden.1 Deze zijn niet voor iedereen effectief en worden vaak niet langdurig volgehouden. PQ-Grass is een subcutaan toegediend allergeenextract, specifiek ontwikkeld voor de behandeling van deze aandoening. In een fase III-studie werd onderzocht in hoeverre PQ-Grass humorale en cellulaire immuunreacties kan beïnvloeden bij patiënten met seizoensgebonden allergische rinitis. Tijdens het EAACI-congres 2025 presenteerde dr. Janice A. Layhadi (Imperial College London, VK) de resultaten van deze immunologische biomarkeranalyse.2
Allergische rinitis (AR) is een IgE-gemedieerde ontsteking van het neusslijmvlies, veroorzaakt door blootstelling aan allergenen zoals huisstofmijt, graspollen of berkenpollen.3 Wereldwijd lijdt ongeveer 30% van de bevolking aan een vorm van AR. De standaardbehandeling omvat symptomatische therapieën, waaronder antihistaminica en intranasale corticosteroïden, die doorgaans slechts tijdelijke verlichting bieden.1 Wanneer deze onvoldoende effectief zijn, komt de patiënt in aanmerking voor allergene immuuntherapie (‘allergen immunotherapy’, AIT).3 AIT kan leiden tot langdurige klinische verbetering, mits de therapie gedurende minimaal drie jaar wordt gevolgd. De therapietrouw bij AIT is echter laag: minder dan 25% van de patiënten houdt zich aan het behandelingsregime. Dit benadrukt de noodzaak van effectieve therapieën met een hogere mate van therapietrouw.4
PQ-Grass is een allergeenextract van 13 verschillende graspollen voor de behandeling van seizoensgebonden allergische rinitis (SAR) en wordt subcutaan toegediend.2 Het preparaat is ontworpen om de functionele binding van allergeen-IgE-complexen te blokkeren en een immuunmodulatie te induceren, waarbij een verschuiving plaatsvindt van een pro-inflammatoir T-helpercel type 2 (Th2)-profiel naar een meer tolerogeen fenotype, gekenmerkt door T-helpercel type 1 (Th1)- en/of regulatoire T-cel (Treg)-dominantie. In een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde fase III-studie werd de werkzaamheid van PQ-Grass onderzocht, waarbij de invloed op humorale en cellulaire biomarkers in relatie tot klinische werkzaamheid centraal stond.
In de internationale, multicentrische fase III-studie werden patiënten met SAR 1:1 gerandomiseerd tussen een behandeling met PQ-Grass of placebo, voorafgaand aan het pollenseizoen. PQ-Grass werd toegediend in een cumulatieve dosis van 27.600 ‘standardised units’ (SU), verdeeld over 6 subcutane injecties binnen één jaar. Perifere bloedmononucleaire cellen (‘peripheral blood mononuclear cells’, PBMC’s), serum en nasale vloeistof werden verzameld op drie meetmomenten: bij aanvang van de studie (V1), vlak voor (V7) en na afloop (V10) van het graspollenseizoen.
De primaire uitkomstmaat was de ‘combined symptom medication score’ (CSMS) tijdens de piek van het pollenseizoen. Secundaire uitkomstmaten omvatten CSMS tijdens het hele pollenseizoen, de dagelijkse symptomen tijdens de piek van het pollenseizoen, het gebruik van dagelijkse medicatie tijdens de piek van het pollenseizoen, veranderingen in de ‘Rhinoconjunctivitis Quality of Life Questionnaire’ (RQLQ) tijdens de piek van het pollenseizoen, en serumconcentraties van IgG4 (mg/l). De concentratie van graspollen-specifieke humorale biomarkers IgG, IgG4, IgA1 en IgA2, werden ook gerapporteerd. De functionaliteit van de antilichamen werd gemeten door middel van een IgE-‘facilitated allergen binding’ (IgE-FAB)-test. Daarnaast werd met flowcytometrie het aandeel geactiveerde basofielen en verschillende T-celvarianten bepaald.
In totaal werden 555 patiënten met SAR gerandomiseerd tussen een behandeling met PQ-Grass (n=278; PQ-groep) of placebo (n=277).
In de PQ-groep werd tijdens de piek van het pollenseizoen een statistisch significante verbetering in de CSMS waargenomen ten opzichte van placebo (relatief verschil: -20,3%; p=0,0005). Deze verbetering bleef significant over het gehele pollenseizoen (relatief verschil: 20,2%; p=0,0002). Daarnaast werden statistisch significante verbeteringen gezien in de dagelijkse symptomen tijdens de piekperiode (relatief verschil: -16,4%; p=0,002), het dagelijks medicatiegebruik in dezelfde periode (relatief verschil: -26,5%; p=0,0008), en de verandering in de kwaliteit van leven gemeten met de RQLQ tijdens de piek van het pollenseizoen (relatief verschil: -27,5%; p=0,0001).
De concentratie van graspollen-specifieke humorale biomarkers IgG4, IgA1 en IgA2 was statistisch significant hoger in de PQ-groep, zowel op meetmoment V7 (IgG: p<0,001; IgA1: p<0,01; IgA2: p<0,05) als op meetmoment V10 (alle biomarkers p<0,001). De binding van allergeen-IgE-complexen aan B-cellen was significant lager in de PQ-groep dan in de placebogroep (beide tijdspunten: p<0,001). Bovendien correleerden serumspiegels van IgG en IgG4 negatief met de IgE-FAB-respons (p<0,01), wat wijst op functionele blokkering van IgE-gemedieerde activatie.
De indirecte basofielactivatietest liet op meetmoment V7 een statistisch significante afname zien in de activatie van basofielen in serum van patiënten uit de PQ-groep (p<0,05), terwijl in de placebogroep geen afname werd waargenomen. Daarnaast werd in de PQ-groep op meetmoment V7 een statistisch significant verminderde toename van Th2- en Th2A-celproliferatie gemeten ten opzichte van placebo (beide T-celresponsen p<0,05). Voor Th1-celproliferatie werd geen statistisch significant verschil tussen de groepen gevonden. Tot slot werd in de PQ-groep een toenemende trend waargenomen in het aantal Treg- en geheugen-Treg-cellen, terwijl er geen toename van naïeve Treg-cellen werd gerapporteerd.
Uit de resultaten van deze fase III-studie blijkt dat behandeling met PQ-Grass leidt tot een statistisch significante verbetering van de primaire uitkomstmaat, de CSMS, evenals van meerdere belangrijke secundaire uitkomstmaten. De behandeling werd daarnaast in verband gebracht met de inductie van functionele antilichamen en een significante afname in activatie van basofielen. Bovendien werd bij patiënten behandeld met PQ-Grass een afgenomen pro-inflammatoire T-celrespons waargenomen, met een verschuiving richting Th1- en Treg-celresponsen. Deze bevindingen ondersteunen volgens de onderzoekers de werkzaamheid van PQ-Grass als behandeling voor seizoensgebonden allergische rinitis.
Referenties