Articles

Plaatsbepaling van subcutane immunotherapie bij inhalatie-allergie: eerste of tweede lijn?

NTvAAKI - jaargang 16, nummer 2, mei 2016

C.A. Hellingman , dr. H.C. Hafkamp , C.C. Bommelje , dr. J.M. Kruyt

Samenvatting

De instelfase van subcutane immunotherapie wordt in Nederland door de specialist uitgevoerd. De onderhoudsfase kan, indien gewenst, bij de huisarts plaatsvinden. In het kader van de verschuiving van tweedelijnszorg naar de eerste lijn, lijkt het logisch zoveel mogelijk patiënten in de onderhoudsfase te verwijzen naar de huisarts.

In dit artikel wordt een literatuuroverzicht gegeven van de risico’s van subcutane immunotherapie. Systemische reacties komen gelukkig weinig voor (10–30 per 10.000 injecties). Fatale reacties zijn zeer zeldzaam. De belangrijkste risicofactoren zijn: ongecontroleerd astma, eerdere systemische reacties, gebruik van bètablokkers, immunotherapie in het pollenseizoen en versnelde instelschema’s. Tijdens de onderhoudsfase is het risico op systemische reacties even groot als tijdens de instelfase.

Overdracht van patiënten naar de eerste lijn kan in de onderhoudsfase overwogen worden voor patiënten zonder verhoogd risico. De huisarts moet zich dan wel bewust zijn van de risico’s. Bovendien moet zijn praktijk uitgerust zijn om acute situaties op te vangen en vitale functies te ondersteunen.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2016;16:49-54)

Lees verder