Articles

Omgeving, epigenetica en allergie

NTvAAKI - jaargang 22, nummer 3, september 2022

prof. dr. G.H. Koppelman

SAMENVATTING

Allergische ziekten, zoals astma, hooikoorts en eczeem worden veroorzaakt door variaties in de DNA-code en omgevingsfactoren. Tot nu toe is echter slechts een deel van de erfelijke bijdrage aan allergie duidelijk. Epigenetica betreft alle (erfelijke) mechanismen die genexpressie reguleren, zonder dat de DNA-code zelf gewijzigd is. DNA-methylatie, de binding van een methylgroep aan een cytosinebase, is het meest bestudeerd. Omgevingsfactoren kunnen epigenetische modificaties aan DNA beïnvloeden. Blootstelling aan sigarettenrook in utero is geassocieerd met sterke veranderingen van DNA-methylatie in navelstrengbloed; deze effecten worden ook tot op schoolgaande leeftijd geobserveerd. Daarnaast zijn effecten van luchtverontreiniging, maternale stress en luchtweginfecties op DNA-methylatie bij kinderen vastgesteld, zowel in bloed- als in neuscellen. Allergie en astma hebben reproduceerbare DNA-methylatiepatronen, die lijken te berusten op de influx en activatie van inflammatoire cellen: eosinofiele granulocyten in bloed, en T-cellen en epitheliale cellen in neuscellen. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of de link tussen omgeving, epigenetica en het ontstaan van allergie causaal is. DNA-methylatie lijkt een bruikbare biomarker van allergische ziekte, en kan mogelijk worden toegepast bij diagnostiek van allergie in de eerste levensjaren.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2022;22(3):84–90)

Lees verder

Het belang van astmamedicatie op maat bij kinderen: rationale en studiedesign van de PUFFIN-trial

NTvAAKI - jaargang 19, nummer 2, mei 2019

E.M.A. Slob MSc, dr. S.J.H. Vijverberg , dr. M.W. Pijnenburg , prof. dr. G.H. Koppelman , prof. dr. A.H. Maitland-van der Zee

SAMENVATTING

Niet ieder kind reageert even goed op de voorgeschreven astma-onderhoudsbehandeling. Als astma bij kinderen slecht onder controle is bij een startdosering inhalatiecorticosteroïden heeft de behandelend arts de keuze tussen het ophogen van de dosering van inhalatiecorticosteroïden en het toevoegen van langwerkende bèta-2-agonisten (‘long-acting beta-2-agonists’: LABA). Echter, sommige kinderen blijken meer baat te hebben bij behandeling met LABA dan anderen. Dit is deels te verklaren door een verandering in het gen dat codeert voor de bèta-2-receptor (het ADRB2-gen). De werking van LABA is afhankelijk van de eigenschappen van deze receptor. Het is mogelijk om in een klinisch laboratorium te bepalen of een patiënt deze verandering in het gen heeft of niet. In juni 2018 is er een Nederlandse, gerandomiseerde, multicenter trial (de PUFFIN-trial) voor kinderen met astma gestart om nader te onderzoeken of ADRB2-genotype-gestuurde behandeling leidt tot een betere astmacontrole en kosteneffectief is.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2019;19:61-65)

Lees verder