Articles

Gebruik van auto-injectoren voor adrenaline door niet-medische professionals bij kinderen met een ernstige allergische reactie op voiding

NTvAAKI - jaargang 21, nummer 1, februari 2021

S.J. Pecht BSc, A. Rorije MSc, J.J. Vodegel BSc, J. van Cooten MSc, dr. J.L. van der Velde , dr. B.M.J. Flokstra-de Blok , dr. A.B. Sprikkelman

SAMENVATTING

Over de behandeling van een potentieel levensbedreigende allergische reactie op voeding door niet-medische professionals (bijvoorbeeld leerkrachten) bestaat veel onduidelijkheid. De reactie moet namelijk direct worden behandeld met een auto-injector voor adrenaline (‘adrenaline auto-injector’: AAI). In Nederland zijn echter onduidelijke richtlijnen voor situaties waarin een kind buiten het bereik van een ouder of medisch professional een allergische reactie krijgt en het gebruik van een AAI noodzakelijk is. Volgens de wet is het strafbaar om iemand opzettelijk in een hulpeloze toestand te brengen of achter te laten. Ook is het strafbaar om geen hulp te verlenen in een levensbedreigende situatie. In het geval van een potentieel levensbedreigende allergische reactie (anafylaxie) heeft iedereen de plicht om te handelen naar beste weten en kunnen. Momenteel is het onvoldoende duidelijk voor niet-medische professionals, waaronder leerkrachten, hoe te handelen bij een potentieel levensbedreigende allergische reactie. Dit kan worden verbeterd door een betere afstemming tussen leerkrachten en ouders, verbetering van de bestaande richtlijnen en uitleg over de in te zetten handelingen.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2021;21(1):11-6)

Lees verder