Articles

De RAGE-receptor, een sleutelmolecuul in de pathofysiologie van obstructieve longziekten

NTvAAKI - jaargang 20, nummer 1, februari 2020

dr. S.D. Pouwels , dr. N.H.T. ten Hacken

SAMENVATTING

De obstructieve longziekten astma en COPD zijn samen goed voor ruim een miljoen patiënten in Nederland. Veel patiënten overlijden aan de gevolgen van een obstructieve longziekte en de medicatiemogelijkheden zijn beperkt. Het is daarom van groot belang dat de onderliggende biologische processen opgehelderd worden, met als doel deze longziekten beter te begrijpen en aangrijpingspunten voor nieuwe behandelingen te ontdekken. In dit overzichtsartikel wordt de rol van de receptor beschreven voor geavanceerde glycatie-eindproducten (RAGE) in astma en COPD. De afgelopen jaren is in verschillende studies aangetoond dat deze receptor een sleutelrol speelt in de pathogenese van obstructieve longziektes. In dit artikel wordt de mogelijkheid onderzocht om RAGE te gebruiken als therapeutisch doelwit of biomarker voor obstructieve longziekten.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:19-23)

Lees verder

Mythe en werkelijkheid over extrafijne aerosolen

NTvAAKI - jaargang 17, nummer 2, mei 2017

dr. A.H. de Boer , P. Hagedoorn , dr. N.H.T. ten Hacken

SAMENVATTING

Bij de behandeling van astma en COPD is het belangrijk om de perifere luchtwegen te bereiken met het geneesmiddel, omdat daar een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan het ziektebeeld. De geneesmiddeldepositie uit dosisaerosolen en poederinhalatoren in de periferie van de long is echter zeer beperkt, voornamelijk door grote verliezen in de mond- en keelholte. Daarom wordt momenteel veel geëxperimenteerd met zogenoemde extrafijne aerosolen die ten opzichte van ‘standaard’ aerosolen bij een gelijk inhalatiedebiet een lagere keeldepositie geven. De verwachting is dat daarmee de behandeling van de meest distale luchtwegen kan worden verbeterd. Klinische studies met deze extrafijne aerosolen resulteren echter niet in eenduidige conclusies. Dit komt onder meer doordat er meestal veel meer variabelen in het spel zijn dan alleen de mediane diameter van de aerosoldeeltjes, maar ook doordat de depositiekans in de lagere luchtwegen afneemt wanneer de aerosol voor een substantieel deel uit submicrondeeltjes (diameter < 1 μm) bestaat. Dit is het geval bij polydisperse aerosolen met een massa mediane aerodynamische diameter rond 1 μm.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE & ASTMA 2017;17:63-69)

Lees verder

Stand van zaken: mesenchymale stromale stamceltherapie voor emfyseem: een kijkje in de toekomst

NTvAAKI - jaargang 17, nummer 1, maart 2017

prof. dr. I.H. Heijink , D.M.L. Kruk , dr. D.-J. Slebos , dr. E.A.M. Verschuuren , prof. dr. W. Timens , dr. N.H.T. ten Hacken

SAMENVATTING

Verlies van longblaasjes bij longemfyseem is onherstelbaar. Regeneratie door stamcellen wordt als een veelbelovende toekomstige behandeling gezien voor patiënten met emfyseem. Een kenmerk van stamcellen is hun vermogen tot proliferatie en differentiatie; mesenchymale stromale stamcellen kunnen echter ook ontsteking remmen en reparatie bevorderen in hun directe omgeving. De extracellulaire matrix biedt daarbij niet alleen ruimtelijke structuur aan, maar bepaalt ook hoe mesenchymale stromale stamcellen zich gedragen en ontwikkelen. Toediening van mesenchymale stromale stamcellen aan diermodellen met emfyseem liet tekenen van weefselherstel zien, maar fundamentele vragen over de optimale dosering, herkomst, en toedieningsroute zijn tot nu toe helaas onvoldoende beantwoord. Ook het werkingsmechanisme is onduidelijk. Het fabriceren (bio-engeneering) van nieuwe longen is bij ratten gelukt door uitgenomen longen te ontdoen van cellen (decellulariseren), en de overblijvende eiwitvezelstructuur met eigen stamcellen te recellulariseren. Toediening van stamcellen aan patiënten met longemfyseem werd tot nu toe nauwelijks onderzocht. Intraveneuze toediening in kleine ‘safety studies’ bleek veilig maar klinisch niet effectief.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE & ASTMA 2017;17:12-19)

Lees verder

Bronchiale thermoplastiek: een endoscopische behandeling voor ernstig astma

NTvAAKI - jaargang 17, nummer 1, maart 2017

Mw. drs. J.N.S. d’Hooghe , dr. N.H.T. ten Hacken , mw. dr. E.J.M. Weersink , prof. dr. J.T. Annema , dr. P.I. Bonta

SAMENVATTING

Bronchiale thermoplastiek is een endoscopische behandeling voor patiënten met ernstig astma die ondanks optimale medicamenteuze behandeling onvoldoende gecontroleerd zijn. Bronchiale thermoplastiek heeft als doel het verminderen van de hoeveelheid glad spierweefsel en heeft mogelijk ook een bijkomend effect op zenuwvezels in de luchtwegen. Hiermee heeft bronchiale thermoplastiek een ander aangrijpingspunt voor de behandeling van astma dan de overige beschikbare behandelvormen. Effectiviteit van bronchiale thermoplastiek is aangetoond in meerdere gerandomiseerde klinische studies. Welk ernstig astma fenotype het meeste baat heeft bij deze behandeling is nog niet geheel duidelijk, mede doordat het onderliggende mechanisme nog niet volledig opgehelderd is.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE & ASTMA 2017;17:29-35)

Lees verder

Bronchiale thermoplastiek bij ernstig astma

NTvAAKI - jaargang 13, nummer 1, februari 2013

dr. N.H.T. ten Hacken , dr. D.-J. Slebos

Samenvatting

Bronchiale thermoplastiek (BT ) is een nieuwe, niet-medicamenteuze behandelvorm voor patiënten met ernstig astma. Met radiofrequente energie worden tijdens drie bronchoscopische procedures alle luchtwegen behandeld met een diameter van 3–10 mm. In totaal worden gemiddeld honderdvijftig activaties gegeven waarbij plaatselijk de temperatuur oploopt tot 65 °C. In preklinisch onderzoek deed BT de gladde spiertjes verdwijnen, maar in drie gecontroleerde studies was geen significant effect op bronchiale hyperreactiviteit zichtbaar. Wel zijn positieve effecten beschreven op klachten, symptomen, exacerbatiefrequentie en kwaliteit van leven. Het precieze werkingsmechanisme van BT is onbekend, en ook is onduidelijk welk fenotype van astma het best reageert. Vooralsnog kan deze invasieve behandelvorm overwogen worden bij patiënten met ernstig astma, nadat moeilijk behandelbaar astma is uitgesloten. De indicatie en behandeling dienen daarbij plaats te vinden in gespecialiseerde centra.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2013;13:18-26)

Lees verder