Articles

Epicutane immuuntherapie: de volgende stap in voedselallergie-desensibilisatie

NTvAAKI - jaargang 20, nummer 1, februari 2020

dr. N.W. de Jong

SAMENVATTING

Voedselallergie is een wereldwijd gezondheidsprobleem waar 5% van de volwassenen en 8% van de kinderen aan lijdt. De afgelopen 10 jaar zijn grote verbeteringen gemaakt op het gebied van specifieke voedselimmuuntherapie inclusief orale, sublinguale en epicutane immuuntherapie (EPIT). EPIT, de relatief nieuwe therapie die momenteel wordt onderzocht, maakt gebruik van een met allergeen doordrenkte plakker (DBV Technologies, Montrouge, Frankrijk). Van deze plakkers is met muismodellen aangetoond dat ze het allergeen afieveren in de epidermale laag van normale, intacte huid, waar het wordt opgenomen door de Langerhanscellen (dendritische, vertakte huidcellen) en getransporteerd naar de regionale lymfeklieren. Inmiddels zijn fase I-, IIaen IIb-onderzoeken uitgevoerd met de VIASKIN® Peanut (DBV Technologies, Montrouge, Frankrijk). Significante verschillen tussen de behandel- en placebogroep zijn gevonden en een fase III-onderzoek is inmiddels gestart bij kinderen van 4–11 jaar. EPIT vertoont een gunstig veiligheidsprofiel, waarbij het merendeel van de bijwerkingen mild is en beperkt tot het gebied van de huidplakker. EPIT is mogelijk een veilig alternatief voor orale en sublinguale immuuntherapie met voedselallergenen. Verder onderzoek is nodig om de klinische werkzaamheid te verbeteren door de duur, concentratie en het blootgestelde oppervlakte te optimaliseren.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2020;20:13-18)

Lees verder

Profielen van sesamzaadsensibilisatie bij kinderen en volwassenen

NTvAAKI - jaargang 18, nummer 2, mei 2018

dr. N.W. de Jong , S.L. Kingma , prof. dr. ir. H.F.J. Savelkoul , dr. J.A.M. Emons

SAMENVATTING

Sesamzaadallergie heeft een lage prevalentie in vergelijking met andere voedselallergieën, maar komt steeds vaker voor in Nederland. De diagnostiek wordt bemoeilijkt door een slechte sensitiviteit en specificiteit van de diverse testen, waarschijnlijk veroorzaakt door extractieproblematiek van het zaad en de brede kruisreactiviteit met andere allergenen. De huidpriktest is een snelle en vaak de eenvoudigste methode om sensibilisatie te meten, maar klinische relevantie is vaak onduidelijk. Een goede dieetanalyse van sesamzaadconsumptie kan daarbij van grote waarde zijn. In het Erasmus MC is onderzocht of deze combinatie van waarde kan zijn bij de diagnose van een sesamzaadallergie. Na selectie zijn 51 patiënten met een positieve huidpriktest ingedeeld in groepen, afhankelijk van hun profiel. Hiervan hadden 19 patiënten (37,2%) hoogstwaarschijnlijk een klinisch relevante sesamzaadallergie en 32 patiënten (62,7%) hadden hoogstwaarschijnlijk een niet-klinisch relevante sesamzaadsensibilisatie. Zes patiënten (11,8%) bleken sesamzaad te mijden uit het dieet vanwege een positieve huidtest in het verleden en 4 patiënten (7,8%) bleken sesamzaad te nuttigen zonder zich daarvan bewust te zijn en hadden regelmatig allergische klachten. Zesentwintig patiënten (50,9%) consumeerden regelmatig sesamzaad, waarbij gemiddeld 6 verschillende producten per persoon werden genuttigd. Er was geen significant verschil in hoogte van de huidtestuitslag tussen de groepen. Het onderzoek toont aan dat een goede dieetanamnese bij patienten met een sesamzaadsensibilisatie in de huidpriktest een grote toegevoegde waarde heeft voor de diagnose van een sesamzaadallergie. Deze combinatie van huidpriktest en dieetanalyse blijkt goed te gebruiken in de dagelijkse praktijk van de allergoloog bij het ontbreken van andere gestandaardiseerde diagnostische tools.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2018;18:64-75)

Lees verder

Een gestandaardiseerde dieetanamnese voor de diagnose van voedselallergie

NTvAAKI - jaargang 16, nummer 3, september 2016

dr. N.W. de Jong , dr. J.N.G. Oude Elberink , drs. A Sprikkelman , dr. B.J. Vlieg-Boerstra

Samenvatting

Omdat er grote verschillen bestaan tussen aantallen gerapporteerde en gediagnostiseerde voedselallergieën (of voedselallergische patiënten) is een gestandaardiseerde diagnosestelling van groot belang. Een allergie-specifieke dieetanamnese is een belangrijk onderdeel hiervan, maar er is weinig literatuur op dit gebied. Een multidisciplinaire werkgroep van de European Academy of Allergy and Clinical Immunology heeft twee instrumenten ontwikkeld die volgens een gestructureerde aanpak de allergische symptomen, de verdachte voedingsmiddelen en de voedingsinname van voeding van respectievelijk kinderen en volwassenen in kaart brengt. Beide instrumenten zijn onderverdeeld in drie stadia, aangeduid met de kleuren van een verkeerslicht: rood, oranje en groen. In het rode deel verzamelt de zorgverlener(arts en/ of diëtiste) relevante informatie over de symptomen, atopische aandoeningen, voedseltriggers, voedselinname en voedingswaarde van het dieet. Het oranje deel geeft achtergrondinformatie voor de interpretatie van de antwoorden op de rode fase-vragen. Het groene deel geeft, als resultaat van rood en oranje, een overzicht en een test-algoritme voor nadere diagnostiek. De instrumenten zullen een gestandaardiseerde, praktische benadering van de diagnose van voedselallergie ondersteunen en er voor zorgen dat alle relevante informatie wordt verzameld, vastgelegd en kan worden geïnterpreteerd.

De instrumenten zijn nu vertaald in het Nederlands, de allergenenlijsten zijn aangepast aan de Nederlandse situatie en worden samen met dit artikel beschikbaar gesteld (zie de QR-codes op pagina 77). De tools kunnen worden ingezet in de Nederlandse allergiepraktijk van arts, verpleegkundige, diëtist en iedere andere professionele hulpverlener die zich met de diagnostiek van voedselallergie bezig houdt.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2016;16:70-77)

Lees verder

Meerwaarde van componentenanalyse bij patiënten met latex- en fruitsensibilisatie

NTvAAKI - jaargang 16, nummer 1, februari 2016

dr. J.P.M. van der Valk , prof. dr. R. Gerth van Wijk , dr. N.W. de Jong

Samenvatting

Dit artikel toont de kruis- en cosensibilisatiepatronen aan tussen latex en fruit bij drie patiënten aan de hand van componentenanalyse (‘component resolved diagnostics’, CRD). CRD is een geavanceerde bepaling die informatie geeft op componentenniveau en die gebruikt kan worden in de routinediagnostiek. De componenten die betrokken zijn bij de latex-fruitkruissensibilisatie kunnen geclassificeerd worden in de volgende eiwitfamilies: glucanases, chitinases, ‘patatin-like’-proteïnen, profilines en ‘lipid transfer’-proteïnen (LTP’s). Het karakter en de functie van elke specifieke eiwitfamilie hebben gevolgen voor het vóórkomen en de ernst van allergische klachten voor het voedingsmiddel waarvoor de patiënt gesensibiliseerd is.

Met CRD kunnen de specifieke sensibilisaties tegen componenten van deze families bij een individuele patiënt bepaald worden. Een nauwkeurig onderscheid kan worden gemaakt tussen een sensibilisatie met hoogstwaarschijnlijk milde klachten tot een patroon van sensibilisatie dat geassocieerd is met ernstige allergische reacties.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2016;16:3-10)

Lees verder