iREACH-studie onderzoekt naleving behandelrichtlijnen pinda-allergie

juni 2021 Medisch Onderzoek Willem van Altena
A jar of peanut butter on stone background

Het Amerikaanse Center for Food Allergy & Asthma Research (CFAAR), onderdeel van het Ann & Robert H. Lurie Children’s Hospital of Chicago start met een klinische studie naar het voorkomen van pinda-allergie bij jonge kinderen. De gerandomiseerde studie, met de naam iREACH (Intervention to Reduce Early Peanut Allergy in Children) zal vijf jaar in beslag nemen.1 Hoofddoel van de studie is het vaststellen hoe de richtlijnen ter voorkoming van pinda-allergie, zoals die in 2017 zijn vastgesteld door het National Institute of Allergy and Infectious Diseases (NIAID) worden nageleefd door de behandelaars, en hoe daar verbetering in aangebracht kan worden.

Ernstig eczeem

De richtlijnen die in 2017 werden vastgelegd waren gebaseerd op een belangrijke studie uit 2015, de LEAP-studie (‘Learning Early About Peanut allergy’).2 In die studie werd aangetoond dat kinderen die tijdens hun eerste levensjaren af en toe pinda’s te eten krijgen een veel lager risico hebben om een pinda-allergie te ontwikkelen. Vooral bij kinderen die tot de risicogroep voor pinda-allergie horen is dit effect significant. Met name kinderen met ernstig eczeem of eierallergie hebben een grotere kans op pinda-allergie.

De IREACH-studie wilt enerzijds vaststellen hoe goed Amerikaanse kinderartsen de richtlijnen volgen en anderzijds hoe effectief de richtlijnen zijn als het gaat om het terugdringen van pinda-allergie bij kinderen jonger dan 2,5 jaar oud. Aan de IREACH-studie werken ruim 30 behandelcentra mee in de staat Illinois, en zullen ongeveer 10.500 kinderen gevolgd worden totdat zij 2,5 jaar oud zijn. Aan de hand van digitale rapportages en vragenlijsten wordt bijgehouden in hoeverre de behandelaars de geldende richtlijnen aanhouden.

Vermijden

Pinda-allergie maakt in Westerse landen al decennia lang een opmars door. In de V.S. lijden naar schatting zo’n 2,2% van alle kinderen aan een vorm van pinda-allergie, een verdrievoudiging vergeleken met 20 jaar geleden. In Nederland heeft naar schatting ruim 1% van alle kinderen een pinda-allergie. Het is een van de ernstigste voedselallergieën, die hevige aanvallen tot gevolg kan hebben, in extreme gevallen met de dood tot gevolg. Een groot probleem bij pinda-allergie is dat pinda’s en pindaolie in veel voedingsmiddelen verwerkt worden en dat het in het dagelijks leven haast onmogelijk is om elk contact met pinda’s te vermijden.

Oorzaak onbekend

Waar pinda-allergie precies door veroorzaakt wordt is nog niet geheel bekend. Momenteel wordt gedacht dat er meerdere factoren meespelen, zoals de toegenomen hygiëne, voedsel met minder bacteriën en een tekort aan vitamine D doordat kinderen minder buiten komen. Blootstelling aan pinda via de huid wordt ook gezien als een mogelijke factor en de relatie tussen eczeem en pinda-allergie wijst daar ook op. Eczeem maakt dat de huid meer doorlaatbaar wordt dan normaal. Pindadeeltjes dringen door de huid het lichaam binnen en roepen een hevige afweerreactie op. Als kinderen van zeer jongs af aan al aan pinda’s blootgesteld worden leert het afweersysteem om pinda’s niet langer als gevaarlijk te beschouwen. De LEAP-studie laat zien dat door baby’s bloot te stellen aan pinda, voorkomen kan worden dat ze op latere leeftijd een pinda-allergie ontwikkelen.

In Nederland werd door het UMCG in Groningen meegewerkt aan de LEAP-studie. Wel waarschuwen de onderzoekers dat ouders niet op eigen houtje pinda’s moeten geven aan baby’s. De Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde onderschrijft de Amerikaanse richtlijnen die naar aanleiding van de LEAP-studie werden opgesteld.3

Referenties

  1. ClinicalTrials.gov. Intervention to Reduce Early (Peanut) Allergy in Children (iREACH).
  2. Toit GD, Robert G, Sayre PH, et al. Randomized Trial of Peanut Consumption in Infants at Risk for Peanut Allergy. The New England Journal of Medicine 2015;372:803-813.
  3. Nederlandse Verengiging voor Kindergeneeskunde. Vroege introductie van hoog-allergene voiding bij zuigelingen ter preventive van voedselallergie.