Samenvatting

Astmapatiënten die allergisch zijn voor huisstofmijt, het meest voorkomende luchtwegallergeen, reageren met een door T-helper 2-(Th2)cellen gedreven ontstekingsreactie in de luchtwegen, terwijl deze immunologische reactie uitblijft bij gezonde personen. Tot op heden is onbekend wat ervoor zorgt dat astmapatiënten een allergische luchtwegontsteking ontwikkelen in reactie op ingeademd huisstofmijt, hoewel steeds meer onderzoek aantoont dat het luchtwegepitheel hierbij mogelijk een belangrijke rol speelt. Het luchtwegepitheel komt als eerste in contact met het ingeademde allergeen en vormt een belangrijke barrière. Het epitheel kan onder meer beschadigd raken na contact met een allergeen, waardoor de barrière wordt verstoord wat mogelijk leidt tot het aanmaken van pro-inflammatoire cytokinen die allergische luchtwegontsteking bevorderen. Huisstofmijt heeft een complexe samenstelling, en van meerdere componenten in huisstofmijt is bekend dat het verlies van epitheelbarrièrefunctie en/of aanmaak van pro-inflammatoire cytokinen door het epitheel kan veroorzaken. Om beter inzicht te krijgen in de effecten van huisstofmijt op luchtwegepitheel en de gevolgen voor sensibilisatie en ontwikkeling van allergisch astma, hebben we de effecten van verschillende huisstofmijtextracten vergeleken op luchtwegepitheel in vitro en in een muismodel voor astma in vivo. We vonden dat serine- en cysteïneproteasen niet essentieel zijn, maar dat het vermogen van huisstofmijt om de epitheelbarrière aan te tasten bepalend is voor allergische sensibilisatie.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2013;12:10-17)