SAMENVATTING

Het diagnosticeren van een allergie kan moeilijk zijn en vereist gespecialiseerde kennis van medische professionals evenals in-vivo- en in-vitrodiagnostiek om overgevoeligheid voor allergenen te identificeren. Huisartsen zijn essentieel bij het herkennen van allergieën, omdat zij vaak de eerste medische professionals zijn die patiënten zien en daarmee als poortwachters fungeren. Het Nederlands Huisartsen Genootschap heeft richtlijnen opgesteld om huisartsen te helpen bij het herkennen van een allergie. Er is echter mogelijk een verschil in de benadering van allergiediagnostiek tussen ziekenhuizen. Om te onderzoeken wat deze mogelijke verschillen zijn en om te kijken hoe de allergiediagnostiek kan worden geoptimaliseerd, werden internist-allergologen/immunologen en klinisch chemici geïnterviewd en namen huisartsen deel aan enquêtes. In dit onderzoek werden initieel twee ziekenhuizen betrokken, namelijk het Maastricht UMC+ en het Zuyderland in Sittard/Heerlen. Later werden het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven en het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda toegevoegd. Uit het onderzoek kwam naar voren dat er discrepanties zijn in hoe deze vier ziekenhuizen allergieën benaderen. Daarnaast verschilden de meningen over de noodzaak van het in combinatie aanvragen van voedselallergie- met inhalatie-allergiediagnostiek. Mogelijke oplossingen voor het bereiken van meer uniformiteit zijn het opstellen van gestandaardiseerde landelijke richtlijnen voor alle Nederlandse ziekenhuizen en het verzorgen van allergietrainingen voor huisartsen.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2025;25(2):41–7)