De mogelijkheid om monoklonale antilichamen bij ernstig astma in te zetten, heeft het behandellandschap van de aandoening getransformeerd. Deze biologische geneesmiddelen, waaronder tezepelumab, dupilumab en omalizumab, kunnen met een doelgerichte benadering ontstekingsreacties verminderen. De kortetermijneffectiviteit van de geneesmiddelen is inmiddels uitgebreid onderzocht, waarbij bleek dat behandeling met deze antilichamen leidt tot een lagere behoefte aan inhalatiecorticosteroïden, een afname in de exacerbatiefrequentie en een hogere gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Tot dusver was de follow-upperiode echter beperkt. Aangezien sommige patiënten mogelijk jarenlang baat hebben bij deze behandeling, is er behoefte aan meer onderzoek naar de effecten op de lange termijn. Daarom zijn de afgelopen jaren verschillende studies opgezet. In de DESTINATION-extensiestudie werden ernstig astmapatiënten uit de eerdere studies NAVIGATOR en SOURCE behandeld met tezepelumab en gedurende twee jaar gevolgd. Daarnaast werden in de TRAVERSE-studie patiënten uit QUEST en VENTURE (nogmaals) met dupilumab behandeld om het langetermijneffect te bepalen bij astmapatiënten met of zonder comorbide chronische rinosinusitis en nasale poliepen. Ten slotte bracht een recente review de langetermijneffectiviteit en -veiligheid van omalizumab in kaart, waarbij de behandeling tot wel negen jaar werd gecontinueerd.