Eikenprocessierups: apothekers hanteren nieuwe behandeladviezen voor zelfzorg

juni 2021 Preventie Willem van Altena
The Oak Processionary (Thaumetopoea processionea) caterpillars on the move on a tree in spring in the Netherlands.

Het is volop zomer, en dat betekent dat de eikenprocessierups weer aan zijn jaarlijkse opmars bezig is. Tussen mei en juli kunnen de rupsen bij sommige mensen voor irritaties zorgen vanwege de brandharen waarmee ze bedekt zijn. Maar tot in september kunnen mensen met de brandharen in aanraking komen omdat ze achterblijven in lege nesten. Die irritaties zijn geen pretje: ze zijn vergelijkbaar met het gevoel dat een brandnetel veroorzaakt maar houden doorgaans veel langer aan. Onlangs is er een nieuwe standaard voor zelfzorg uitgebracht waarin de laatste behandeladviezen staan voor mensen die gezondheidsklachten overhouden aan een ontmoeting met de brandharen. Met die standaard kunnen apothekers hun patiënten beter informeren en ondersteunen.

De eikenprocessierups (Thaumethopea processionea) is de rups van een nachtvlinder die zich voedt met eikenblaadjes. De rupsen gaan ‘s nachts groepsgewijs – in processie – op zoek naar voedsel (eikenbladeren); vandaar de naam eikenprocessierups. Na contact met de microscopisch kleine, pijlvormige brandharen van deze rups kunnen klachten ontstaan zoals jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen of aan de luchtwegen.

Allergische reactie

De brandharen van de processierups zijn een vorm van bescherming voor het insect. Een vogel die probeert een rups te verschalken zal dat geen tweede keer proberen. De haartjes zijn echter ook in staat om door het huidoppervlak te dringen, en kunnen daarnaast ook de ogen en bovenste luchtwegen irriteren. De brandhaartjes geven bovendien een chemische stof af, thaumetopoeïne. Die stof activeert de afgifte van onder meer histamine en veroorzaakt een ontstekingsreactie. Vervolgens ontstaat een pijnlijke en jeukende huiduitslag met bultjes, blaasjes of puisten. Soms is er een allergische reactie, waarbij de klachten heftiger van aard zijn. In beide gevallen staat in de nieuwe standaard voor zelfzorg omschreven welk advies apothekers en -assistenten bij de verschillende klachten dienen te verstrekken.

Gaat het om ernstige klachten, dan wordt de patiënt doorverwezen naar de huisarts, die op zijn beurt voor verdere verwijzing naar een dermatoloog of allergoloog kan zorgen. Zijn de klachten minder ernstig, dan krijgt iemand mogelijkerwijs jeukbestrijdende zelfzorgmiddelen aangeraden. Er is daarbij een onderscheid tussen eerste- en tweedekeusmiddelen. Eerstekeusmiddelen zijn producten die een verkoelende en verzachtende werking hebben, zoals producten met aloë vera of levomenthol, in de vorm van crèmes, gels of talkpoeder.

Tweedekeusmiddelen voor kleine plekjes kunnen lidocaïne-levomentholgel FNA of pramocaïne met zinkoxidecrème zijn. Ook de orale tweedekeusmiddelen cetirizine en loratadine doen hun werk bij een milde allergische reactie op de brandharen van de processierups.

Plakbandmethode

Wat mensen zelf kunnen doen voordat ze naar de apotheek of huisarts gaan: spoelen met lauwwarm water en/of een kalmerende gel gebruiken, bijvoorbeeld met aloë vera. Afgeraden wordt om te krabben, dat zorgt er alleen maar voor dat de brandhaartjes dieper in de huid doordringen en daar voor nog meer overlast zorgen. De plakbandmethode is ook effectief en eenvoudig toepasbaar. Wikkel plakband met de plakkant naar buiten om je hand, en gebruik dan de plakkant om de brandhaartjes uit de huid te trekken.

Meer informatie

De volledige standaard is te raadplegen in het boek Standaarden voor Zelfzorg. Deze is te bestellen via knmp.nl/boek-standaarden-voor-zelfzorg.

Lees meer over de eikenprocessierups op de website van het RIVM.

Bezoek de website Kennisplatform Processierups.