Articles

Profielen van sesamzaadsensibilisatie bij kinderen en volwassenen

NTvAAKI - jaargang 18, nummer 2, mei 2018

dr. N.W. de Jong , S.L. Kingma , prof. dr. ir. H.F.J. Savelkoul , dr. J.A.M. Emons

SAMENVATTING

Sesamzaadallergie heeft een lage prevalentie in vergelijking met andere voedselallergieën, maar komt steeds vaker voor in Nederland. De diagnostiek wordt bemoeilijkt door een slechte sensitiviteit en specificiteit van de diverse testen, waarschijnlijk veroorzaakt door extractieproblematiek van het zaad en de brede kruisreactiviteit met andere allergenen. De huidpriktest is een snelle en vaak de eenvoudigste methode om sensibilisatie te meten, maar klinische relevantie is vaak onduidelijk. Een goede dieetanalyse van sesamzaadconsumptie kan daarbij van grote waarde zijn. In het Erasmus MC is onderzocht of deze combinatie van waarde kan zijn bij de diagnose van een sesamzaadallergie. Na selectie zijn 51 patiënten met een positieve huidpriktest ingedeeld in groepen, afhankelijk van hun profiel. Hiervan hadden 19 patiënten (37,2%) hoogstwaarschijnlijk een klinisch relevante sesamzaadallergie en 32 patiënten (62,7%) hadden hoogstwaarschijnlijk een niet-klinisch relevante sesamzaadsensibilisatie. Zes patiënten (11,8%) bleken sesamzaad te mijden uit het dieet vanwege een positieve huidtest in het verleden en 4 patiënten (7,8%) bleken sesamzaad te nuttigen zonder zich daarvan bewust te zijn en hadden regelmatig allergische klachten. Zesentwintig patiënten (50,9%) consumeerden regelmatig sesamzaad, waarbij gemiddeld 6 verschillende producten per persoon werden genuttigd. Er was geen significant verschil in hoogte van de huidtestuitslag tussen de groepen. Het onderzoek toont aan dat een goede dieetanamnese bij patienten met een sesamzaadsensibilisatie in de huidpriktest een grote toegevoegde waarde heeft voor de diagnose van een sesamzaadallergie. Deze combinatie van huidpriktest en dieetanalyse blijkt goed te gebruiken in de dagelijkse praktijk van de allergoloog bij het ontbreken van andere gestandaardiseerde diagnostische tools.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2018;18:64-75)

Lees verder

Voeding en immuniteit: kan voeding bijdragen aan het voorkomen van allergie, infectie en ontsteking?

NTvAAKI - jaargang 17, nummer 1, maart 2017

prof. dr. R.J.J. van Neerven , dr. R. Albers , prof. dr. H. Wichers , prof. dr. J. Garssen , prof. dr. ir. H.F.J. Savelkoul

SAMENVATTING

De rol van voeding voor een goed werkend immuunsysteem wordt steeds duidelijker. Een goed gebalanceerde voeding kan bijdragen aan het voorkomen van ziekte in het vroege leven (allergie, infecties) en het late leven (ontsteking, infecties).

Het belang van macro- en micronutriënten voor het normaal functioneren van het immuunsysteem is reeds lang bekend. We leren ook steeds meer over nieuwe voedingsmiddelen en -componenten die specifieke effecten op het immuunsysteem kunnen hebben. Dit zijn onder andere probiotica, prebiotica en voedingsvezels, componenten van (moeder) melk, vetzuren (PUFA en SCFA), en antioxidantia.

Deze kunnen het immuunsysteem zowel rechtstreeks beïnvloeden als indirect via effecten op darmbacteriën en darmepitheel. Dit artikel probeert een overzicht te geven van de huidige kennis op dit gebied, met een focus op de mogelijke rol van voeding in het voorkomen van allergie, infectie, en ontsteking.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE & ASTMA 2017;17:21-28)

Lees verder

Basofiele granulocyten als effectorcellen

NTvAAKI - jaargang 13, nummer 1, februari 2013

dr. A.A. van Beek , dr. E.F. Knol , prof. dr. R.J.J. van Neerven , prof. dr. ir. H.F.J. Savelkoul

Samenvatting

Basofiele granulocyten komen slechts in kleine aantallen voor in de circulatie en zijn ondanks hun bekende rol in IgE-gestimuleerde mediatorproductie gedurende lange tijd uit de aandacht van allergologisch onderzoek geweest. Recente bevindingen hebben geleid tot een nieuw concept van de functie van basofiele granulocyten als initiator van Th2-responsen vanwege hun potentiële rol bij antigeenpresentatie en de essentiële productie van cytokines zoals IL-4 en IL-13. Daarmee is hernieuwde aandacht ontstaan voor de functie van de basofiele granulocyt bij worminfecties, allergie en auto-immuniteit. Er zijn echter verschillen in basofiele granulocyten van de mens en de muis en daarom is verder onderzoek naar de rol van basofiele granulocyten bij humane Th2-responsen noodzakelijk.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2013;13:27-34)

Lees verder

Diagnostische waarde van de IgE-screeningstest (Phadiatop Infant) bij kinderen tot 4 jaar

NTvAAKI - jaargang 12, nummer 4, november 2012

A. Verlaet , dr. A. Jansen , dr. A. Plaisier , dr. B. van Huystee , dr., ir. Y.M. Vissers , prof. dr. ir. H.F.J. Savelkoul , dr. J. Ruinemans-Koerts

Samenvatting

De diagnostische waarde van de Phadiatop® Infant (PI) screeningstest voor de diagnostiek van een IgE-gemedieerde allergie is beperkt omdat het merendeel van de IgE-sensibilisaties klinisch niet relevant is. De huidige kosten die gemaakt worden voor de PI-screening kunnen effectiever besteed worden aan een grondige anamnese en provocatieonderzoek. Uitbreiding van de PI-screening met een FX77-mix, de PI Plus, leidt tot een substantiële kostenstijging die waarschijnlijk niet in verhouding staat tot de winst in diagnostische informatie.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2012;12:172-179)

Lees verder

Vitamine D en allergie

NTvAAKI - jaargang 12, nummer 2, mei 2012

Ir G. den Hartog , prof. dr. ir. H.F.J. Savelkoul

Samenvatting

Meerdere studies tonen aan dat vitamine D preventief kan werken bij allergie. Dit bewijs is, ofschoon niet altijd eenduidig, op zowel epidemiologisch als mechanistisch niveau overtuigend geleverd. Een van de bekendste en wellicht meest potente effecten van vitamine D op het immuunsysteem is de inductie en activatie van regulatoire T-cellen. Regulatoire T-cellen zijn nodig voor de suppressie van het immuunsysteem en de inductie van tolerantie tegen antigenen die aanwezig zijn in voeding en ingeademde lucht. Bij allergie is er sprake van een verminderde regulatoire T-celrespons. Recent is gepubliceerd dat vitamine D ook rechtstreeks de IgE-productie door B-cellen kan remmen en ook op deze manier de ontwikkeling van allergische klachten. Op grond hiervan kunnen we concluderen dat vitamine D waarschijnlijk grote potentie heeft voor allergiepreventie.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2012;12:48-56)

Lees verder