IMPACT VAN PULMONAIRE REHABILITATIE OP COPD-PATIENTEN DIE EEN ENDOBRONCHIALE LONGVOLUMEREDUCTIE ONDERGAAN

september 2023 ERS 2023 Marjolein Haakman-Groot
Female patient sitting in doctor's office, looking with hope in her eyes at radiologist reading X-ray
Dr. Rein Posthuma, Ciro, Horn

Endobronchiale longvolumereductie en pulmonaire rehabilitatie zijn beide effectieve interventies bij COPD, die leiden tot een verhoogde inspanningscapaciteit en een verbetering van de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. In een nieuwe studie werd de impact onderzocht van pulmonaire rehabilitatie op de uitkomsten van COPD-patiënten die ook een endobronchiale longvolumereductie ondergaan met endobronchiale éénrichtingskleppen. In deze groep werd tevens het effect van de timing van de pulmonaire rehabilitatie onderzocht.

STUDIEOPZET

In een gerandomiseerde, gecontroleerde studie werden mensen met gevorderde COPD geïncludeerd, die in aanmerking kwamen voor pulmonaire rehabilitatie (PR) en endobronchiale longvolumereductie (‘bronchoscopic lung volume reduction’, BLVR). Daarbij bestond de BLVR uit endobronchiale éénrichtingskleppen (Zephyr Valve, PulmonX). De PR werd uitgevoerd volgens de aanbevelingen van de American Thoracic Society en de European Respiratory Society en duurde gemiddeld 8-10 weken. Deelnemers werden verdeeld over drie groepen, waarbij een eerste groep de rehabilitatie onderging gevolgd door de BLVR, een tweede groep de BLVR onderging gevolgd door de rehabilitatie en een derde groep, de controlegroep, alleen BLVR onderging.

Deelnemers werden beoordeeld vóór de start van de interventie, 8 weken na de start van de PR of BLVR, vervolgens 8 weken na de tweede interventie (of 16 weken na de eerste interventie in het geval van de controlegroep) en 6 maanden na de start van de tweede interventie. De primaire uitkomstmaat was de verandering in de tijd, waarin de deelnemers de Constant Workrate Cycle Test (CWRT) volhielden. Secundaire uitkomsten waren de verandering in het dagelijkse aantal stappen, de zesminutenwandeltest (6-MWT) en patiëntgerapporteerde uitkomsten.

RESULTATEN

In totaal werden er 97 deelnemers geïncludeerd. Na 6 maanden follow-up werd ten opzichte van de aanvang van de studie geen significant verschil gezien in de toename van het geforceerd expiratoir volume (FEV1) bij groepen 1 en 2 (+0,13±0,15 l) ten opzichte van de controlegroep (+0,16±0,19 l; p=0,375), de toename van de geforceerde vitale capaciteit (FVC) bij groepen 1 en 2 (+0,45±0,49 l) ten opzichte van de controlegroep (+0,47±0,49 l; p=0,311) of de verandering in het residuele volume tussen groepen 1 en 2 (-0,74±0,61) en de controlegroep (-0,65±0,78; p=0,306).

Daarnaast was sprake van een niet-significante trend naar een grotere toename in de uithoudingstijd op de CWRT bij het alleen ondergaan van BLVR (+601 sec/ 406,8%) ten opzichte van zowel BLVR als PR (+376 sec/290,4%). Hierbij werd tevens geen effect van de timing gezien: de uithoudingstijd nam in vergelijkbare mate toe bij patiënten die PR volgden voorafgaande aan BLVR (+421 sec) als patiënten die BLVR ondergingen voorafgaande aan PR (+292 sec; p=0,210).

Op de 6-MWT scoorden alle drie de groepen in sterke mate vergelijkbaar (p=0,950) en de controlegroep nam gemiddeld meer stappen per dag, al was dit verschil niet significant (243 stappen/dag bij groep 1 en 2 versus 486 stappen/dag bij groep 3; p=0,141). Ten slotte werd op patiëntgerapporteerde uitkomsten zoals de MRC Dyspnoe-vragenlijst, de St. George’s Respiratory Questionnaire en angst- en depressiemetingen vergelijkbaar gescoord door patiënten die alleen een BLVR hadden ondergaan en patiënten die zowel PR als BLVR hadden ontvangen.

CONCLUSIE

In deze studie werd geen toegevoegde waarde gezien van PR als toevoeging aan een BLVR-behandeling. Patiënten die beide behandelingen ondergingen waren na 6 maanden follow-up niet meer verbeterd ten aanzien van de inspanningscapaciteit, het dagelijks aantal stappen of de zesminutenwandeltest, in vergelijking met patiënten die alleen een BLVR hadden ondergaan. Ook werd er geen verschil gezien tussen patiënten die eerst PR ontvingen en daarna BLVR en patiënten die eerst BLVR ondergingen en daarna PR ontvingen.

Referentie

Posthuma R, et al. The impact and timing of pulmonary rehabilitation in patients undergoing bronchoscopic lung volume reduction with endobronchial valves: a randomized controlled trial in patients with severe emphysema. Gepresenteerd tijdens ERS 2023; abstract 3552.