ONDERHOUDSBEHANDELING MET INHALATIECORTICOIDEN SUCCESVOL AF TE BOUWEN BIJ ERNSTIG EOSINOFIEL ASTMA DAT ONDER CONTROLE IS MET BENRALIZUMAB

september 2023 ERS 2023 Niels Elbert
Pills and inhalers for asthma, bronchitis, lungs diseases, first aid
Dr. David Jackson, Guy’s and St Thomas’ NHS Foundation Trust, Londen, VK

Langdurig gebruik van hoge doses inhalatiecorticosteroïden is gerelateerd aan ongewenste effecten, zoals bijnierschorsinsufficiëntie en cataract. In de SHAMAL-studie werd onderzocht of de onderhoudsbehandeling met inhalatiecorticosteroïden succesvol kan worden afgebouwd bij patiënten met ernstig eosinofiel astma bij wie het astma goed onder controle is met benralizumab. Onlangs werden de resultaten van deze gerandomiseerde fase IV-studie gepresenteerd tijdens het internationale congres van de European Respiratory Society.

Biologicals als benralizumab worden aanbevolen als additionele behandeling voor patiënten met ernstig eosinofiel astma dat niet onder controle is met hoge doses inhalatiecorticosteroïden en een langwerkende β2-agonist. In richtlijnen wordt geadviseerd om de onderhoudsbehandeling af te bouwen zodra het astma goed onder controle is of zodra sprake is van een goede klinische respons op de additionele behandeling met een biological. De effectiviteit en veiligheid van deze aanpak zijn echter niet goed onderzocht.

STUDIEOPZET

SHAMAL is een multicentrische, gerandomiseerde ‘open-label’-fase IV-studie. Volwassen patiënten met ernstig eosinofiel astma die een onderhoudsbehandeling met hoge doses inhalatiecorticosteroïden en een langwerkende β2-agonist kregen, kwamen in aanmerking voor deelname als bij hen met ten minste 3 giften benralizumab (30 mg s.c.) een goede astmacontrole was bereikt (dat wil zeggen: een score <1,5 op de ‘Asthma Control Questionnaire’ met 5 items [ACQ-5] na >8 weken). Tijdens het eerste bezoek werd de onderhouds- en ‘reliever’-behandeling van alle patiënten omgezet naar budesonide/formoterol (400 mg/12 µg 2 dd 2 pufjes) en een kortwerkende β2-agonist voor gebruik gedurende de aanloopperiode van 4-8 weken. Tijdens het tweede bezoek werden alle patiënten bij wie het astma nog steeds goed onder controle was 3:1 gerandomiseerd tussen de interventie- of controlegroep.

In de interventiegroep werd de behandeling met benralizumab gecontinueerd en de behandeling met budesonide/formoterol afgebouwd in 3 stappen: (a) 200 mg/6 µg 2 dd 2 pufjes als onderhoudsbehandeling en 200 mg/6 µg als ‘reliever’-behandeling zo nodig (‘middelhoge dosis’); (b) 200 mg/6 µg 2 dd 1 pufje als onderhoudsbehandeling en 200 mg/6 µg als ‘reliever’-behandeling zo nodig (‘lage dosis’); en (c) alleen 200 mg/6 µg als ‘reliever’-behandeling zo nodig. In de controlegroep werd de behandeling met zowel benralizumab als budesonide/formoterol voortgezet. De reductieperiode van 32 weken werd gevolgd door een onderhoudsperiode van 16 weken. De primaire uitkomstmaat was het percentage patiënten bij wie aan het einde van de reductieperiode (week 32) de behandeling met budesonide/formoterol succesvol afgebouwd kon worden tot een middelhoge dosis, lage dosis of een ‘reliever’-behandeling zo nodig. Secondaire uitkomstmaten waren onder andere het aantal astma-exacerbaties gedurende de reductieperiode en de door de patiënt gerapporteerde astmacontrole (ACQ-5).

RESULTATEN

In totaal doorliepen 208 patiënten met ernstig eosinofiel astma de aanloopperiode, van wie 168 patiënten werden gerandomiseerd: 125 in de interventiegroep en 43 in de controlegroep (gemiddelde leeftijd: 57,7 jaar; 53% vrouw; gemiddelde ACQ-5-score: 0,53). Bij 92% van de patiënten kon de behandeling met budesonide/formoterol succesvol worden afgebouwd tot een middelhoge dosis (15%), lage dosis (17%) of een ‘reliever’-behandeling zo nodig (61%). Bij de meeste patiënten (96%) volstond deze gereduceerde behandeling tot en met week 48. Gedurende de reductieperiode trad een astma-exacerbatie op bij 8% van de patiënten in de interventiegroep en bij 2% van de patiënten in de controlegroep. Er traden geen betekenisvolle veranderingen op in de door de patiënt gerapporteerde astmacontrole tot en met week 48.

CONCLUSIE

Uit deze gerandomiseerde ‘open-label’-fase IV-studie (SHAMAL) blijkt dat bij het merendeel van de volwassen patiënten met ernstig eosinofiel astma bij wie het astma goed onder controle is met benralizumab, de onderhoudsbehandeling met hoge doses inhalatiecorticoïden succesvol kan worden afgebouwd.

Referentie

Jackson DJ, et al. SHAMAL: reduction of maintenance inhaled corticosteroids in patients with severe eosinophilic asthma treated with benralizumab: a randomised phase 4 study. Gepresenteerd tijdens ERS 2023; abstract 798.