INLEIDING

Allergeenspecifieke immuuntherapie (AIT) is geïndiceerd voor patiënten met IgE-gemedieerde rhinoconjunctivitis en/of astma, die niet adequaat reageren op symptomatische farmacotherapie of daar onacceptabele bijwerkingen van ondervinden. Zowel subcutane als sublinguale AIT heeft een aangetoonde effectiviteit tijdens de behandeling, ook na het stoppen ervan. Nog steeds is er een gebrek aan biomarkers die kunnen worden gebruikt voor het selecteren van een patiënt voor immuuntherapie en aan biomarkers die kunnen worden gebruikt voor het in kaart brengen van de effectiviteit van deze behandeling.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2021;21(2):72-3)