ASTMA KATERN

Gezondheidsongelijkheid en pediatrische IC-uitkomsten bij kinderen met acute en chronische longaandoeningen

NTvAAKI - jaargang 25, nummer 4, november 2025

drs. T. Hussain , drs. S. van den Berg , K.A. Ziesemer , dr. D.G. Markhorst , dr. B. Kapitein , dr. S.J.H. Vijverberg

SAMENVATTING

In Nederland groeit één op de dertien kinderen op in armoede. Deze kinderen leven vaker in ongezonde woonomstandigheden, worden blootgesteld aan schadelijke milieufactoren zoals tabaksrook en hebben minder toegang tot preventieve zorg. Deze omstandigheden vergroten het risico op ernstige luchtwegaandoeningen, een van de meest voorkomende redenen voor opname op de Intensive Care (IC) voor kinderen. Hoewel de medische zorg op de kinder-IC van hoog niveau is, blijkt dat sociale ongelijkheid ook hier invloed heeft op klinische uitkomsten. In dit artikel wordt een systematische analyse beschreven van de wetenschappelijke literatuur naar de relatie tussen sociale determinanten en uitkomsten bij kinderen met luchtwegaandoeningen op de kinder-IC. Uit de analyse bleek dat kinderen uit kwetsbaar makende omgevingen vaker ernstiger ziek waren bij opname, vaker mechanische beademing nodig hadden, langer opgenomen bleven en een hoger risico op mortaliteit hadden. Deze bevindingen onderstrepen het belang van structurele aandacht voor de sociale context van een kind, ook binnen de hoog complexe zorg op een kinder-IC. Gelijke toegang tot intensieve zorg is niet genoeg; pas wanneer ook sociale ongelijkheid wordt erkend en aangepakt, kunnen we werkelijk streven naar gelijke kansen op gezondheid voor ieder kind.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2025;25(4):141–4)

Lees verder

Ethische vraagstukken bij financiering van onderzoek door de tabaksindustrie

NTvAAKI - jaargang 25, nummer 4, november 2025

dr. W.B. van den Bosch

SAMENVATTING

In de zomer van 2021 ontstond grote ophef binnen de medische wereld toen Philip Morris International aankondigde Vectura Group PLC – een Brits bedrijf gespecialiseerd in inhalatietherapie – over te willen nemen. De overname stuitte, begrijpelijk en vanuit moreel oogpunt terecht, op aanzienlijke weerstand binnen de medische wereld. Het gevolg was dat onderzoek en publicaties met een link met Vectura werden geboycot door diverse internationale pulmonologieverenigingen. Het artikel gepubliceerd in BMJ Open Respiratory Research beschrijft vanuit persoonlijk perspectief de impact van het verbod op Vectura-gerelateerd onderzoek. Hierin worden de door de medische wereld opgelegde maatregelen, het effect van deze maatregelen en de onbedoelde neveneffecten die deze met zich meebrachten, besproken.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2025;25(4):135–40)

Lees verder

Vapen, geen ‘roken light’

NTvAAKI - jaargang 25, nummer 3, september 2025

dr. E.M. van den Beukel-Bakker , drs. E.R.V.M. Rikkers-Mutsaerts

SAMENVATTING

E-sigaretten of vapes worden door de tabaksindustrie gepositioneerd als het gezondere alternatief voor roken, maar het is zeer de vraag of dat zo is. Vapes zijn steeds populairder bij jongeren, terwijl de gevolgen juist voor hen groot zijn, onder andere door de hoge dosis nicotine: behoudens het grote risico op een verslaving of intoxicatie verstoort nicotine de ontwikkeling van het jongerenbrein onherstelbaar en kan het gebruik van vapes psychische klachten geven en verergeren. Door vapen hebben jongeren een grotere kans om te gaan roken. Voor de tabaksindustrie zijn jongeren een heel belangrijke doelgroep, waarbij alles in het werk wordt gesteld om ze als klant te behouden. Naast de specifieke gevolgen voor jongeren heeft vapen op allerlei organen effect: zowel in de mondkeelholte als de luchtwegen spelen inflammatie en DNA-schade naast infectie een rol en zijn er veel zorgen over de langetermijneffecten, zoals kanker en chronische obstructieve longziekte. Op cardiovasculair gebied zijn er zorgen over onder andere vaatveranderingen. Artsen spelen een belangrijke rol in het agenderen van het gevaar van vapen.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2025;25(3):87–91)

Lees verder

Remissie bij ernstig astma, een nieuw doel?

NTvAAKI - jaargang 24, nummer 4, november 2024

drs. K. Deckmyn , drs. A. Aldenkamp

SAMENVATTING

Ernstig astma treft 3–10% van de volwassen patiënten met astma. Het gaat om patiënten met ongecontroleerd astma ondanks maximale behandeling en goede aanpak van modificeerbare factoren. Het maken van een onderverdeling in fenotypen, zoals allergisch en eosinofiel astma, helpt om een betere gerichte behandeling op te starten. Meer en meer wordt gebruik gemaakt van het onderscheid tussen ‘type 2-high’ en ‘type 2-low’ inflammatie, geassocieerd met respectievelijk de aan- of afwezigheid van bloedeosinofilie en een hoge FeNO. Sinds de introductie van doelgerichte therapie in de vorm van ‘biologicals’ is het behandellandschap van ernstig astma drastisch veranderd. De ‘biologicals’ in de behandeling van ernstig astma zijn antilichamen gericht tegen IgE, IL-5 en IL-5R, IL-4 en IL-13. Recentelijk werd ook een ‘biological’ ontwikkeld tegen een component meer stroomopwaarts van de astma-‘pathway’, namelijk anti-TSLP. In gerandomiseerde klinische studies en nu ook in ‘real-world’- data wordt de effectiviteit van deze middelen bevestigd, zowel op longaanvallen, ziektelast als longfunctie en dit ook op een langere termijn. In analogie met andere chronische inflammatoire ziekten, zoals reumatoïde artritis, wordt bij het gebruik van ‘biologicals’ de term klinische remissie geïntroduceerd. Hieronder wordt begrepen: een goede symptoomcontrole, stabilisatie van de longfunctie, geen oraal corticosteroïdgebruik en overeenkomst tussen de patiënt en behandelaar dat de klinische remissie is bereikt binnen een periode van een jaar. Klinische studies tonen aan dat het bereiken van zo’n klinische remissie bij het gebruik van ‘biologicals’ mogelijk is bij 20–50% van de patiënten. Na het staken van deze middelen wordt bij een deel van de patiënten wel opnieuw een toename van de symptomen geobserveerd. Met voorzichtigheid kan bij goede symptoomcontrole een afbouw van de inhalatiecorticosteroïden worden overwogen. Het selecteren van de juiste patiëntenpopulatie, de timing in de start van de ‘biological’ en de mogelijkheid tot dosisreductie of interval in de behandeling zijn onderwerpen voor verder onderzoek.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2024;24(4):136–43)

Lees verder

‘Real-world’-studie: dupilumab effectief en veilig bij patiënten met chronische rhinosinusitis met neuspoliepen na één jaar therapie

NTvAAKI - eaaci congresnieuws, nummer Special, september 2024

No authors

Dupilumab werd in 2019 goedgekeurd voor de behandeling van ernstige, ongecontroleerde chronische rhinosinusitis met neuspoliepen (CRSwNP) bij volwassenen. De Duitse ProGNOSE-studie is opgezet om de effectiviteit en de veiligheid van dupilumab te evalueren op basis van ‘real-world’-gegevens. Tijdens EAACI 2024 presenteerde dr. Adam Chaker (Technische Universität München, Duitsland) de tussentijdse resultaten van de ProGNOSE-studie, waaruit bleek dat dupilumab ook in een ‘real-world’-setting effectief en veilig is tijdens het eerste jaar van de behandeling.1

Lees verder

Mepolizumab verbetert de symptoomcontrole, reduceert de dosis orale corticosteroïden en vermindert het aantal exacerbaties bij ernstig astma

NTvAAKI - eaaci congresnieuws, nummer Special, september 2024

No authors

Astma is een aandoening van de luchtwegen die wereldwijd meer dan 339 miljoen mensen treft.1 Ernstig astma is een vorm van astma die moeilijk onder controle te houden is en die gekenmerkt wordt door frequente astma-aanvallen, ernstige ademhalingsproblemen en een verminderde longfunctie.2 In klinische studies verbetert behandeling met mepolizumab de symptoomcontrole, waardoor het gebruik van orale corticosteroïden gereduceerd kan worden bij patiënten met ernstig astma. In de REALITI-A-studie is gekeken naar de reductie van corticosteroïden bij ‘real-world’-gebruik van mepolizumab.3 Daarnaast is in deze studie het effect van mepolizumab op het aantal exacerbaties onderzocht.4 Tijdens EAACI 2024 presenteerde prof. Giorgio Walter Canonica, MD (Humanitas University, Milaan, Italië) de resultaten van deze studie.3,4

Lees verder

E-sigaretgebruik en astma

NTvAAKI - jaargang 24, nummer 2, mei 2024

M. Wulfse BSc, H.E. van Eijden BSc, dr. E.A. Croes

SAMENVATTING

E-sigaretten worden gepromoot als alternatief voor het roken van tabak. Onder jongeren neemt de populariteit toe. Ook astmapatiënten kiezen soms voor een e-sigaret, om de negatieve effecten van sigarettenrook op hun longen te vermijden. E-sigaretten kunnen echter irritatie en inflammatie in de luchtwegen veroorzaken door de vrijkomende dampen met daarin fijnstof, potentieel schadelijke metalen en verschillende carcinogenen. Onderzoek in cel- en diermodellen wijst uit dat e-sigaretgebruik leidt tot remodellering van de luchtwegen en een toename van pro-inflammatoire ontstekingsmediatoren. Bovendien leidt e-sigaretgebruik tot oxidatieve stress, cel- en DNA-schade met nog onbekende langetermijngevolgen, en tot een verhoogde infectiegevoeligheid. Epidemiologische studies tonen dat het huidig en voormalig gebruik van e-sigaretten het risico op astma onder zowel adolescenten als volwassenen verhoogt. Bij bestaande astma zijn er aanwijzingen voor een associatie tussen e-sigaretgebruik en een verergering van symptomen en toename van exacerbaties. Dit effect is het duidelijkst bij rokende astmapatiënten en bij mannen. Er zijn echter ook studies die geen relatie vinden tussen e-sigaretgebruik en astma-exacerbaties. Harde conclusies zijn niet altijd mogelijk, omdat veel studies zich baseren op observaties in de klinische praktijk en therapietrouw of de mogelijke effecten van meedampen en meeroken niet meewegen. Bovendien bestaat er enorme variatie in de soorten e-sigaretten, de vloeistoffen en gebruikerspatronen. Voor de omgeving van de e-sigaretgebruiker geldt dat deze minder blootgesteld wordt aan e-sigaretdamp dan geldt voor het meeroken bij tabaksproducten. Desalniettemin zijn er aanwijzingen dat ook meedampen een negatieve invloed heeft op de frequentie van astma-exacerbaties en het ervaren van kortademigheid en bronchitisklachten. De conclusie van dit overzichtsartikel is dat nog niet kan worden vastgesteld of de e-sigaret voor de longen minder schadelijk is dan de tabakssigaret, maar dat met de huidige stand van de wetenschap wel kan worden geconcludeerd dat het beter is gebruik van een e-sigaret af te raden aan astmapatiënten.

(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2024;24(2):63–9)

Lees verder