RICHTLIJNEN EN PROTOCOLLEN

Nederlandse richtlijn Voedselprovocatie

NTvAAKI - jaargang 16, nummer 1, februari 2016

drs. M.S. van Maaren

Samenvatting

De diagnose voedselallergie kan zonder provocatie alleen gesteld worden in geval van een acute allergische reactie minder dan één jaar voor presentatie op een duidelijk identificeerbaar allergeen voedingsmiddel in combinatie met sensibilisatie voor dat voedingsmiddel. In alle andere gevallen is de voedselprovocatietest de enige test die met voldoende zekerheid een allergie kan aantonen of uitsluiten. Hoewel de dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP) de gouden standaard is, komen fout-positieve en fout-negatieve uitkomsten voor. Het percentage ongewenste positieve uitkomsten is niet bekend, omdat de uitkomsten van de DBPGVP niet kunnen worden vergeleken met een nog betrouwbaardere test.

Het is belangrijk om indien mogelijk dubbelblind te provoceren, met gevalideerde recepten en veilige provocatieschema’s om de kans op ongewenste fout-positieve en fout-negatieve uitkomsten en de kans op ernstig reageren tijdens provocatie zo klein mogelijk te maken. De nationale richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Allergologie beschrijft wanneer voedselprovocaties geïndiceerd en gecontraïndiceerd zijn, hoe de voedselprovocatie het best uitgevoerd kan worden en hoe patiënten na de provocatie het best begeleid en ondersteund kunnen worden.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2016;16:24-30)

Lees verder

Richtlijn constitutioneel eczeemsystemische therapie, dermatocorticosteroïden in de zwangerschap en patiëntenvoorlichting

NTvAAKI - jaargang 15, nummer 4, september 2015

D. Dittmar , dr. M.L.A. Schuttelaar

Samenvatting

Recent is de richtlijn voor constitutioneel eczeem herzien. In dit artikel worden drie belangrijke veranderingen besproken. Indien constitutioneel eczeem niet goed reageert op lokale therapie moet systemische therapie worden overwogen. Ciclosporine-A is het middel van eerste keus. Er wordt aanbevolen om met een hoge dosis (5 mg/kg per dag) te starten om remissie te induceren waarna afgebouwd kan worden naar een lagere onderhoudsdosis (2,5-3 mg/kg per dag). Bij contra-indicaties, bijwerkingen of onvoldoende effectiviteit kan gekozen worden voor azathioprine, methotrexaat of mycofenolaat motefil/ mycofenolzuur als alternatief. Er zijn nieuwe studies gedaan naar de veiligheid van lokale corticosteroïden tijdens de zwangerschap. Bij potente tot zeer potente lokale corticosteroïden is er gevaar op intra-uteriene groeivertraging. Klasse 1 en 2 lokale corticosteroïden zijn veilig bij zwangeren. Voorlichting en begeleiding van patiënten met constitutioneel eczeem door een verpleegkundige via consulten of e-health zijn effectief en kunnen kosten besparen.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:119-123)

Lees verder

Nieuwe richtlijnen voor de diagnostiek en behandeling van astma bij kinderen in de tweede lijn

NTvAAKI - jaargang 15, nummer 1, februari 2015

dr. E.J. van de Griendt , M.K. Tuut , prof. dr. P. Bindels

Samenvatting

Recent is de Richtlijn Astma bij kinderen geactualiseerd. Deze nieuwe NVK-richtlijn is gebaseerd op de richtlijn van de British Thoracic Society en aangevuld naar aanleiding van een knelpuntenanalyse voor de Nederlandse situatie, waarbij de richtlijn ook methodologisch is geactualiseerd volgens de laatste stand der wetenschap. Er is een diagnostiekschema ontwikkeld dat ook toepasbaar is voor jongere kinderen met klachten van piepen en hoesten. De plaats van screening op sensibilisatie voor inhalatieallergenen wordt beschreven, alsmede een overzicht van niet-medicamenteuze interventies en een geactualiseerd uniform behandelschema. Centraal in de behandeling staat het begrip astmacontrole. Monitoring, astma bij adolescenten, en moeilijk behandelbaar astma worden apart besproken in de geactualiseerde richtlijn, en ook worden tips en adviezen gegeven op het gebied van zelfmanagement en astma-educatie. De NVK-richtlijn is afgestemd op de NHG-Standaard Astma bij kinderen en de Zorgstandaard Astma bij kinderen en jongeren. Tevens is de Richtlijn Acuut astma geïncorporeerd in deze richtlijn.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2015;15:15-21)

Lees verder

Chronische urticaria – een update naar aanleiding van nieuwe richtlijnen

NTvAAKI - jaargang 14, nummer 4, november 2014

M.T. van den Elzen , dr. H. Röckmann , dr. A.C. Knulst

Samenvatting

Recent zijn de Europese en Amerikaanse richtlijnen voor de diagnostiek, classificatie en therapie van urticaria herzien. In dit artikel worden de veranderingen met de eerdere Europese richtlijn beschreven evenals de verschillen tussen de twee richtlijnen. Onder chronische urticaria vallen zowel chronische spontane urticaria (vroeger idiopathische urticaria) als chronische induceerbare urticaria (vroeger fysische urticaria, cholinerge en aquagene urticaria en contacturticaria). Er is een diagnostisch algoritme ontwikkeld. Daarnaast wordt een therapeutisch algoritme gepresenteerd voor chronische urticaria. Hierbij start men met tweedegeneratieantihistaminica. Bij onvoldoende effect wordt de dosering hiervan verhoogd tot maximaal viermaal de standaarddosering per dag. Bij aanhoudende klachten wordt montelukast, ciclosporine of omalizumab toegevoegd en een exacerbatie kan worden behandeld met kortdurend prednisolon. Het effect van therapie, evenals de impact op het dagelijks leven van de patiënt, kan worden bepaald met behulp van vragenlijsten gericht op ziekteactiviteit en kwaliteit van leven.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2014;14:151-57)

Lees verder

Richtlijn diagnostiek van koemelkallergie bij kinderen in Nederland

NTvAAKI - jaargang 14, nummer 3, september 2014

dr. B.J. Vlieg-Boerstra , dr. A.B. Sprikkelman

Samenvatting

Het doel van deze nieuwe nationale evidencebased richtlijn is om de diagnose van koemelkallergie (KMA) bij kinderen in Nederland zo uniform, betrouwbaar en veilig mogelijk te stellen. De communicatie en afstemming van zorgtaken tussen eerste, tweede en derde lijn worden daarbij verbeterd. Het diagnostisch proces begint met een zorgvuldige (voedings)anamnese. Ook bij één allergisch symptoom kan er sprake zijn van KMA en kan diagnostiek worden ingezet, maar bij twee of meer symptomen is KMA waarschijnlijker. Bij klinische verdenking volgt een koemelkvrij dieet voor ten minste vier weken, resulterend in het verdwijnen of een sterke afname van de symptomen. Intensief gehydrolyseerde voedingen op basis van zowel wei-eiwit als caseïne kunnen in de eerste, tweede en derde lijn de standaardkunstvoeding vervangen. Voeding op basis van vrije aminozuren wordt uitsluitend en bij uitzondering gebruikt in de tweede en derde lijn. De diagnose KMA kan alleen worden gesteld met een dubbelblinde, placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP). De diagnostiek van laagrisico-KMA verschuift van de tweede naar eerste lijn voor kinderen jonger dan 1 jaar. Ook op grotere consultatiebureaus en in de huisartsenpraktijk kunnen voortaan koemelkprovocaties worden uitgevoerd. Daarbij wordt bij voorkeur gebruikgemaakt van de DBPGVP op locatie. Zolang de vergoeding voor het uitvoeren van DBPGVP’s op het consultatiebureau niet geregeld is, worden DBPGVP’s daar nog niet uitgevoerd.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2014;14:111-17)

Lees verder

Diagnostiek en behandeling van lichen sclerosus

NTvAAKI - jaargang 14, nummer 2, mei 2014

dr. E. Ogul , prof. dr. T. Rustemeyer

Samenvatting

Lichen sclerosus (LS) is een chronische inflammatoire huidaandoening die zowel bij kinderen als volwassenen voorkomt. Het geeft genitale jeukklachten, pijn, hypopigmentatie, verlittekening en atrofie van de epidermis. Tevens is er een vergroot risico op het ontwikkelen van plaveiselcelcarcinoom. Om de diagnose LS te stellen is het afnemen van een biopt veelal niet noodzakelijk en de behandeling met ultrapotente topicale corticosteroïden is de eerste keus. In dit artikel komen de aanbevelingen volgens de richtlijn Anogenitale lichen sclerosus van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie, aan bod.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2014;14:69-74)

Lees verder

De noodset bij anafylaxie, hoeveel adrenalineauto-injectoren moet de arts voorschrijven?

NTvAAKI - jaargang 14, nummer 1, februari 2014

dr. H. de Groot

Samenvatting

Adrenaline is het middel van eerste keus bij een anafylactische reactie. Om in de toekomst zelf dit middel toe te kunnen dienen, wordt bij bepaalde categorieën patienten met een anafylaxie in het verleden een adrenalineauto-injector voorgeschreven. Vaak worden er meerdere pennen voorgeschreven om praktische redenen, maar in dit artikel wordt gezocht naar bewijs voor een medische reden hiervoor. Gezien het ontbreken van grote, goede studies en internationale richtlijnen, heeft de vakgroep Allergologie gemeend hierover een consensusstandpunt in te nemen.

(Ned Tijdschr Allergie & Astma 2014;14:24-7)

Lees verder