NTvAAKI - jaargang 25, nummer 3, september 2025
D. Schouten MSc, dr. B. Appelman , dr. R. van Hooijdonk , dr. M. Lafeber , dr. S. Heetveld , drs. F.C.C. van Rhijn-Brouwer , J. Klappe , prof. dr. M. van Vugt
Door kennis van post-acute infectieuze syndromen (PAIS) te integreren met kennis van post-COVID kunnen nieuwe inzichten ontstaan op het gebied van ontstaansmechanismen en symptoombestrijding. In dit overzichtsartikel wordt het klinisch beeld van post-COVID in drie domeinen gedeeld: post-exertionele malaise, posturaal orthostatisch tachycardiesyndroom en symptomen lijkend op het mestcelactivatiesyndroom. Deze klinische syndromen ontstaan mogelijk door een ontregeling van het immuunsysteem of een metabool mechanisme. Management bestaat momenteel uit niet-medicamenteuze adviezen en off-label medicatie ter symptoombestrijding. In de toekomst zullen meer behandelstudies volgen die aangrijpen op deze drie domeinen. Deze zullen meer duidelijkheid scheppen over het ontstaansmechanisme van post-COVID en andere post-acute infectieuze syndromen.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2025;25(3):75–80)
Lees verderNTvAAKI - jaargang 25, nummer 3, september 2025
M.W.M. van Lieshout-van den Reek MSc, dr. M.A. Breukels
Voedselallergieën vormen wereldwijd een groeiend gezondheidsprobleem, met aanzienlijke psychosociale en medische gevolgen voor getroffen kinderen en hun ouders. Dit onderzoek richtte zich op de begeleidingsbehoeften van ouders en kinderen bij de (her-) introductie van een voedselallergeen na een negatieve voedselprovocatietest, met aangetoonde sensibilisatie. In een retrospectieve, kwalitatieve studie werden zes gezinnen betrokken, bestaande uit zes ouderparen en hun kinderen, die tussen januari 2023 en januari 2024 een negatieve voedselprovocatietest ondergingen na eerder aangetoonde sensibilisatie voor het geteste voedselallergeen. De dataverzameling vond plaats via semigestructureerde diepte-interviews, die anoniem werden getranscribeerd en geanalyseerd. Door gebruik te maken van een doelgerichte steekproef werd een heterogene groep samengesteld, waardoor uiteenlopende ervaringen en behoeften naar voren kwamen. Het onderzoek werd voortgezet tot datasaturatie was bereikt. De resultaten toonden aan dat ouders en kinderen vaak aarzeling en angst ervoeren bij de (her)introductie van voedselallergenen, ondanks de negatieve testuitslag. Deze emoties werden voornamelijk veroorzaakt door eerdere allergische reacties en een gebrek aan vertrouwen. Ouders en kinderen misten gestructureerde informatie over hoe ze veilig moesten beginnen, evenals praktische richtlijnen over hoeveelheden en frequentie van inname. Gebrek aan follow-up en duidelijke protocollen werden als belangrijke tekortkomingen ervaren. Ook benadrukten de deelnemers de behoefte aan stapsgewijze begeleiding en gerichte ondersteuning om angst te verminderen en vertrouwen op te bouwen. Een belangrijke bevinding uit het onderzoek was de rol van de diëtist bij het succesvol (her-) introduceren van voedselallergenen. Ouders en kinderen gaven aan dat begeleiding door een diëtist helpt bij het opbouwen van vertrouwen, het vinden van geschikte alternatieve voedingsmiddelen en het structureren van het introductieproces.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2025;25(3):81–6)
Lees verderNTvAAKI - jaargang 25, nummer 2, mei 2025
drs. M.J.A. Kessels , dr. D.O. Klein , dr. C.M.G. Nieuwhof , dr. D. de Boer
Het diagnosticeren van een allergie kan moeilijk zijn en vereist gespecialiseerde kennis van medische professionals evenals in-vivo- en in-vitrodiagnostiek om overgevoeligheid voor allergenen te identificeren. Huisartsen zijn essentieel bij het herkennen van allergieën, omdat zij vaak de eerste medische professionals zijn die patiënten zien en daarmee als poortwachters fungeren. Het Nederlands Huisartsen Genootschap heeft richtlijnen opgesteld om huisartsen te helpen bij het herkennen van een allergie. Er is echter mogelijk een verschil in de benadering van allergiediagnostiek tussen ziekenhuizen. Om te onderzoeken wat deze mogelijke verschillen zijn en om te kijken hoe de allergiediagnostiek kan worden geoptimaliseerd, werden internist-allergologen/immunologen en klinisch chemici geïnterviewd en namen huisartsen deel aan enquêtes. In dit onderzoek werden initieel twee ziekenhuizen betrokken, namelijk het Maastricht UMC+ en het Zuyderland in Sittard/Heerlen. Later werden het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven en het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda toegevoegd. Uit het onderzoek kwam naar voren dat er discrepanties zijn in hoe deze vier ziekenhuizen allergieën benaderen. Daarnaast verschilden de meningen over de noodzaak van het in combinatie aanvragen van voedselallergie- met inhalatie-allergiediagnostiek. Mogelijke oplossingen voor het bereiken van meer uniformiteit zijn het opstellen van gestandaardiseerde landelijke richtlijnen voor alle Nederlandse ziekenhuizen en het verzorgen van allergietrainingen voor huisartsen.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2025;25(2):41–7)
Lees verderNTvAAKI - jaargang 25, nummer 1, februari 2025
dr. A.H. Wagener , dr. N.J.T. Arends , drs. M.S. van Maaren
In het geval van een acute overgevoeligheidsreactie op een geneesmiddel is in principe het advies dit medicijn te vermijden. Indien dit geneesmiddel echter essentieel is en er geen geschikt alternatief is, kunnen dokter en patiënt voor een lastige keuze komen te staan. Desensitisatie kan een uitweg bieden, bij zowel kinderen als volwassenen, ook als er een ernstige reactie is opgetreden. Desensitisatie kan ervoor zorgen dat de patiënt het geneesmiddel met de beste effectiviteit en/of met de minste bijwerkingen toegediend kan blijven krijgen. De procedure zorgt in een paar uur tijd voor tijdelijke tolerantie voor het medicijn. Gezien de complexiteit en risico’s rondom het vaststellen van de indicatie en van het uitvoeren van de procedure is het advies te verwijzen naar een allergie-expertisecentrum met ervaring op het gebied van geneesmiddelenreacties.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2025;25(1):8–13)
Lees verderNTvAAKI - jaargang 24, nummer 4, november 2024
drs. T.C. Pelgrim , prof. dr. L. Koenderman , dr. E.F. Knol
In de recentelijk gepubliceerde richtlijnen voor de diagnostiek van voedselallergie van de European Academy of Allergy and Clinical Immunology wordt de implementatie van de basofielactivatietest (BAT) als volgt geadviseerd: “and the basophil activation test (BAT), if available”.1 In dit artikel wordt ingegaan op de achtergrond van de BAT, de huidige status en de ontwikkelingen in deze test, die de implementatie in de routinediagnostiek zullen faciliteren.
(NED TIJDSCHR ALLERGIE, ASTMA, KLIN IMMUNOL 2024;24(4):129–35)
Lees verderNTvAAKI - eaaci congresnieuws, nummer Special, september 2024
No authors
De werkzaamheid en veiligheid van sublinguale immuuntherapie (SLIT) is reeds aangetoond in verschillende fase III-studies bij adolescenten en volwassenen met huisstofmijt (‘house dust mite’, HDM) allergische rhinitis (AR) of rhinoconjunctivitis (C), maar bewijs voor jonge kinderen (5–11 jaar) ontbreekt. Deze studie had daarom tot doel de werkzaamheid en veiligheid van SLIT bij jongere kinderen met HDM-AR/C te onderzoeken. De resultaten werden gepresenteerd tijdens het EAACI 2024 door prof. Antje Schuster (Düsseldorf University Medical Center, Duitsland).1
Lees verderNTvAAKI - eaaci congresnieuws, nummer Special, september 2024
No authors
Ondanks standaardbehandeling met H1-antagonisten van de tweede generatie, blijft meer dan 50% van de patiënten met chronische spontane urticaria symptomatisch. Het verhogen van de dosis tot viermaal de standaarddosis leidt bij veel patiënten ook niet tot verbetering. In de parallelle fase III-studies REMIX-1 en REMIX-2 leidde behandeling met de nieuwe Bruton-tyrosinekinaseremmer remibrutinib tot betere klinische uitkomsten in vergelijking met placebo bij patiënten met chronische spontane urticaria bij wie de ziekte onvoldoende onder controle was met H1-antagonisten. De resultaten van de post-hocanalyses van deze studies werden tijdens EAACI 2024 gepresenteerd door prof. Marcus Maurer (Freie Universität Berlin en Humboldt-Universität zu Berlin, Duitsland).1
Lees verder